top
Archief: maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag
[ Home ] [ Dagbladen ] [ Vacatures ] [ Weersberichten ]

het is vandaag vrijdag 19 april 2024 16:16:28

Nieuws headlines van vrijdag 13 oktober 2023 23:57:42

Weersverwachtingen voor Columbus

aan deze site wordt momenteel nog gewerkt!

Chinese (Simplified)DanishDutchEnglishFrenchGermanIndonesianItalianPortugueseSpanish
Nieuwsbronnen (278)

Alternatief (28)
Achterdesamenleving.nl
blikopnosjournaal.blogspot
Bou.blog
Bovendien.com
Dagelijkse Standaard
De Nieuwe Realist- Joost Niemoller
De Stille Waarheid.nl
Drudgereport.com
E.J.Bron Vertalingen
Earth Matters
Eunmask.wordpress.com
Fok.nl
ForbiddenknowledgeTV
gatestoneinstitute.org
Geenstijl.nl
Het kan wel.net
Hoezithetnuecht.nl
Lowtechmagazine
Naturalnews.com
Newstarget.com worldnews
Pieterstuurman.blogspot
sargasso.nl
veterans today
Vice.com
wanttoknow.nl
Wearechange.nl
welingelichtekringen.nl
Worldunity.me

Dagbladen (28)
0
360mag.nl
BNdestem.nl
Der Spiegel
de morgen
De Standaard
Elsevier Weekblad.nl
Groene Amsterdammer
hln
HP de Tijd
knack.be
leeuwarder courant
Leeuwarder Courant Cultuur
Leeuwarder Courant Friesland
Metronieuws
Nieuws.nl
Nieuwsblad.be Binnenland
NRC Economie
NRC.nl
NRC Cultuur
Ongehoord Nederland
Parool
Parool Media
trouw.nl
Volkskrant Cultuur
Volkskrant Nieuws
Volkskrant Opinie
Vrij Nederland

Economie (15)
bank.blog.nl
beurs.nl
Boerenbusiness.nl
Dnb.nl Nederlandse Bank Nieuws
Financial Times Global Economy
Financial Times Europe
Financieel Dagblad
followthemoney.nl
fondsnieuws.nl
NOS Economie
Nu.nl Beurs
Nu nl Economie
toprankblog.com
Yahoo Finance
Zerohedge.com

Energie en Klimaat (11)
Alternative-energy-news.info
climatedepot.com
Duurzaambedrijfsleven.nl
duurzaamnieuws.nl
Eneco Newsroom
Essent Nieuws
Fluxenergie.nl
Klimaatgek.nl
Nulpuntenergie.net
Staatvanhet-klimaat.nl
Wattsupwiththat.com

Entertainment (8)
2Leep
FokSuk
Loesje
optical illusians
Reddit.com
The Oatmeal
Themost10.com
Wonderlist.com

Europa (6)
Daily Express
Die Zeit
El Pais
frankfurter allgemeine
Independent.co.uk World
The Guardian

Evenementen (10)
eventplanner.nl
festileaks.com
Festivalinfo - Agenda
frieslandhollandnieuws.nl
Friesnieuws.nl
Fries Museum Fotos Flickr
Nu.nl Friesland en Groningen
Partyflock Groningen
Partyflock Leeuwarden
Theater Sneek

Horoscoop (1)
jouw horoscoop

ICT (9)
Computable.nl
computeridee
emerce
Pcmweb.nl
security.nl
Slashdot
Tweakers.net
Virus Alert.nl
ZDnet Benelux

Internet (20)
Alarmeringen Drenthe
Alarmeringen Friesland
Alarmeringen Groningen
Alarmeringen Politie NL
Finsteropfryslan.frl
Google News Nederland
Google News World
joop.nl nieuws en opinie
Liwwadders
nieuwsdump.nl
nu nl algemeen
Nu nl Binnenland
Nu nl Buitenland
Nu nl Cultuur
Nu nl Internet
Nu nl Opmerkelijk
opiniez.com
Skynet.be Nieuws Belgie
Suksawat.nl
The Post Online Politiek

LF2018 (7)
Blokhuispoort.nl - Blog
Friesland2018 op Flickr
Google News Leeuwarden 2018
Google News LF2018
Google News Reuzen Royal de Luxe
Leeuwarden2018 op Flickr
LF2018 op Flickr

Maatschappij (2)
Activistpost.com
transitiontowns.nl

Muziek (1)
Festivalinfo Nieuws

Overheid (5)
Binnenlandsbestuur.nl
politie.nl fryslan gezocht
Politie.nl Landelijk
Provincie Fryslan
RIVM Nieuwsberichten

Politiek (4)
Businessinsider.nl - Politiek
Europa.eu Press releases
Europa.eu Research and Innovation
NOS Politiek

Sport (7)
ad sportwereld
Eredivisielive.nl
Leeuwarder Courant Sport
Maxverstappen.net
Nieuwsblad.be Snelnieuws
NOS Sport
Sportinnederland.com

Tech (4)
Businessinsider.nl - Tech
Fablab.nl
Frysklab.nl
Sciencemag.org - Tech

Trends (3)
Frankwatching.com
SmallBusinessTrends
trendwatching.com

TV (15)
BNR Radio
Dailymail TV Showbizz
Films Op TV
filmvandaag - bioscoopoverzicht
Filmvandaag - Vandaag op TV
Geenstijl TV
GPTV Friesland
humo
Mediacourant
nos algemeen
NOS Headlines
Omrop Fryslan
RTL Nieuws NL
Topdocumentaryfilms
Zappen.blog

Valletta2018 (5)
Google News Malta2018
Google News Valletta2018
Malta Independent.com.mt
Malta2018 op Flickr
valletta2018 op Flickr

Weersberichten (4)
buienradar
KNMI nieuws
KNMI waarschuwingen
KNMI weer

Wetenschap (24)
algemeen dagblad wetenschap
Astroblogs.nl
Big Think.com
Dailymail Science
Discovermagazine.com - Technology
Google News Wetenschap
Kennisland
Knack.be Wetenschap
Livescience.com
Mother Nature Network
Newscientist.com
Newswise.com Latest
Newswise.com Science
NOS Tech
Nporadio1.nl Wetenschap
Nu nl Wetenschap
Openculture.com
Quest.nl
ScienceAlert - Latest
Sciencedaily.com
scientas.nl
Universiteit van Nederland
visionair
Volkskrant Wetenschap

World (24)
AllAfrica
al jazeera
bbc world
CBS News
Chinapost.nownews.com - Taiwan
CNN Topstories
CNN World
Daily Mail.co.uk
Free Domain Radio
Intellihub
James Corbett Articles
Jim Rogers
John Pilger
Liveleak VideoNews
Michael Moore
NOS Buitenland
Peter Schiff
Population
Reuters
russia today
The Corbett Report
Washington Post World
Webster Tarpley
Yahoo News

Zakelijk (5)
Businessinsider.com All
Businessinsider.nl - Finance
Businessinsider.nl - Ondernemen
Marketupdate.nl
Newswise.com Business

Zorg (32)
Ahealthylife.nl
Artsenapotheker.nl Kanaal 1
Artsenapotheker.nl Kanaal 2
Dailymail Heath
Europa.eu Health
fryzo aanmeldingen
Gezondheidenco.nl
GGDHorkennisnet.nl
GGZ Nieuws.nl
Goedgezond.info
Google News Corona
Google News Gezondheid
Google News Kanker
healthbytes.me
Healthwatch.nu Gezondheidswaakhond
Healthyfoodteam.com
Inkazo.nl
IOCOB-complementaire en alternatieve geneeskunde
Kloptdatwel.nl
Knack.be Gezondheid
Nationalezorggids.nl
Newswise.com MedNews
Nu nl Gezondheid
Psychcentral.com
Psychcentral.com Blog
Psychologiemagazine.nl
Psychologytoday.com
Rechtopgezondheid
Skepsis.nl
Stichtingmediwiet.nl
Weston A. Price
Zorgkrant.nl


10 items in de category Vrij_Nederland in vrijdag     De links 1 t/m 10.
 
Nederland: Vrij Nederland: [ Geolocation ]   (Laatste update: vrijdag 29 september 2023 19:42:19)
  • Vooral boeren zijn het slachtoffer van de boerenlobby

    Terwijl de Tweede Kamer zich de afgelopen weken boog over de vraag of het Stikstoffonds van Christianne van der Wal controversieel verklaard moet worden – waardoor het natuurherstel, de stikstofaanpak en daarmee het vlot trekken van de woningbouw nóg meer vertraging op zou kunnen lopen – kwam er een bericht uit Brussel dat nog meer slecht nieuws brengt voor het natuurherstel: de Europese Commissie wil het gebruik van glyfosaat met tien jaar verlengen. De afgelopen jaren stapelen de bewijzen zich op dat het omstreden bestrijdingsmiddel niet alleen het bodemleven verwoest, maar ook grote gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. Maar die bezwaren werden door de Europese Commissie dus terzijde geschoven.


    In de Brusselse wandelgangen gaat het verhaal dat Commissievoorzitter Ursula von der Leyen het vertrek van Frans Timmermans heeft aangegrepen om het voorstel door te duwen: in de aanloop naar de Europese verkiezingen in juni wil ze haar partijgenoten van de christendemocratische EVP in het Europarlement tegemoet komen, die al jaren het gebruik van glyfosaat verdedigen – aangespoord door een machtige lobby van boerenorganisaties en de pesticidenindustrie, die wereldwijd vele miljarden verdient aan het veelgebruikte bestrijdingsmiddel.


    Het vacuüm ontstond vooral door het vertrek van Timmermans’ chef de cabinet Diederik Samsom, die zich tijdens de onderhandelingen binnen de Commissie al een half jaar sterk maakte tegen verlengde vrijgave van glyfosaat. Hij was nog maar net teruggetreden om kandidaat-Eurocommissaris Wopke Hoekstra bij te staan, of het voorstel kwam er alsnog door.


    Geen wonder dus dat EVP-voorzitter Manfred Weber opgetogen rondvertelt dat er na het vertrek van Timmermans in Brussel ‘een andere sfeer’ is ontstaan, zoals Trouw onlangs noteerde.


    zelf het slachtoffer

    Het is de Nederlandse neuroloog Bas Bloem die al geruime tijd de alarmklok luidt over de gezondheidsrisico’s van glyfosaat. Hij ontdekte ruim twee jaar geleden dat een opvallend groot aantal van zijn parkinsonpatiënten in aanraking is geweest met het bestrijdingsmiddel. Op een grote conferentie van de Europese toelatingsinstantie EFSA in het najaar van 2022 wist Bloem een groot aantal internationale experts én onderzoekers van EFSA zelf mee te krijgen in de dringende aanbeveling dat EFSA gericht onderzoek moet gaan doen naar het verband tussen het gebruik van glyfosaat en het explosief stijgende aantal parkinsonpatiënten. Maar in het duizenden pagina’s tellende EFSA-rapport over glyfosaat dat in juli van dit jaar verscheen, en waarop de Europese Commissie haar voorstel baseert, wordt daar met geen woord over gerept. Sterker nog: er wordt geconcludeerd dat er ‘geen aanleiding is tot zorgen met betrekking tot parkinsonisme’.


    Het heeft er alle schijn van dat de alarmerende bevindingen over glyfosaat en parkinson vakkundig onder het vloerkleed worden geveegd, zoals De Groene Amsterdammer deze week concludeerde: EFSA vreest dat het meewegen van de risico’s op parkinson zonder sluitend wetenschappelijk bewijs onmiddellijk aangevochten zal worden door de industrie. Zo machtig zijn de pesticiden-producenten dus: dat zelfs de Europese toelatingsinstantie geen nader onderzoek durft te doen, uit angst voor de lobby. En zo kon het dus gebeuren dat de Europese Commissie en de Europese regeringsleiders op 13 oktober, als er in de Europese Raad gestemd wordt over de verlengde toelating van glyfosaat, zelfs tegen beter weten in kunnen verwijzen naar een rapport waarvan de strekking is: niets aan de hand.


    Terwijl de boeren hoogstwaarschijnlijk een zwaar verhoogd risico lopen op parkinson, worden ze vertegenwoordigd door boerenorganisaties die glyfosaat blijven aanprijzen.


    In Trouw wordt gesuggereerd dat het aantreden van Wopke Hoekstra als Eurocommissaris begin oktober nog verschil zou kunnen maken, maar dat lijkt me onwaarschijnlijk. De vertrokken CDA-leider voelt al jaren de hete adem van BBB in zijn nek, reden waarom hij vorig jaar opeens een bom legde onder het stikstofbeleid van zijn eigen kabinet door te verklaren dat 2030 als streefdatum voor de halvering van de stikstofuitstoot ‘niet heilig’ was. Bovendien was zijn voorganger Frans Timmermans in de Commissie ook verantwoordelijk voor de Green Deal, terwijl Hoekstra alleen klimaat in zijn portefeuille krijgt. Er is weinig reden om aan te nemen dat de CDA’er als lid van de Commissie de boerenlobby nu opeens wél gaat trotseren.


    Terwijl de boeren hoogstwaarschijnlijk een zeer groot risico lopen op parkinson, worden ze vertegenwoordigd door boerenorganisaties die glyfosaat blijven aanprijzen, en schuift de politiek de beslissing over het gebruik van het omstreden bestrijdingsmiddel weer op de lange baan. Het is een treurige conclusie: uiteindelijk zijn de boeren zelf het grootste slachtoffer van hun eigen lobby.


    Het bericht Vooral boeren zijn het slachtoffer van de boerenlobby verscheen eerst op Vrij Nederland.



    Fri, 29 Sep 2023 03:00:59 +0000
  • De Green Deal in de praktijk: in Frankrijk boksen boerenvernieuwers op tegen gevestigde Europese belangen

    Sinds Aurélie Mézière in 2020 werd verkozen tot burgemeester van de plattelandsgemeente Plessé vecht de 46-jarige Française tegen grote landbouwconglomeraten die azen op de vruchtbare grond in de buurt. ‘Steeds als een boer stopt, wordt de grond vrijwel meteen opgekocht,’ zegt ze verontwaardigd. ‘Welke bedrijven precies bij die transacties betrokken zijn, is meestal lastig te achterhalen. Hun doel is in ieder geval wél duidelijk. Ze willen grote, aaneengesloten percelen in handen krijgen voor de intensieve landbouw en worden daarin gesteund door de EU.’


    Plessé bestaat uit drie dorpskernen in de heuvels van de West-Franse landbouwregio Pays de la Loire. Het stadhuis ligt tegenover een uit kalksteen opgetrokken kerk, naast de basisschool. Verderop beginnen boomgaarden, uitgestrekte velden en een grote recreatieplas met een surfschool. Het dichtstbijzijnde treinstation is meer dan twintig kilometer rijden.


    Gemeentemedewerkers snellen langs de openstaande deur van de burgemeester. In de raadszaal staat een groot whiteboard vol gekleurde post-its met ideeën van inwoners. Op dit moment wonen er zo’n vijfduizend mensen in Plessé en dat aantal groeit sinds haar aantreden gestaag, vertelt Mézière trots.


    Ze draagt een stijlvolle blauwwitte zomerjurk en een hippe zonnebril, en rijdt een grote witte Tesla die, tot haar eigen hilariteit, automatisch achteruit inparkeert. Gebonden aan een politieke partij is ze niet. De snelle concentratie van landbouwland bedreigt haar pogingen om het dorpsleven aantrekkelijker te maken. Dat is niet alleen slecht voor de natuur, maar ook voor de levensvatbaarheid van de lokale economie en dus de toekomst van Plessé. ‘Steeds meer jonge mensen vertrekken uit de stad om op het land een bestaan op te bouwen. Het gekke is dat het landbouwbeleid, dat allesbepalend is voor het leven hier, wordt uitgedacht door de Europese Commissie in Brussel. Daar hebben ze geen idee van de dagelijkse realiteit in een dorp als dit.’



    de green deal

    In diverse landen in de Europese Unie begint de Green Deal gestalte te krijgen. Journalist Hans Wetzels onderzoekt voor Vrij Nederland met welke uitdagingen dat gepaard gaat. Lees hier de eerste aflevering over Estland, waar de Europese plannen botsen met de geopolitieke realiteit, en hier de tweede over Slowakije, waar duurzaamheidsambities stuklopen op een handig steenkolenbedrijf.



    Permanent voedseloverschot

    Landbouw is al vanaf het prille begin van de Europese samenwerking een kroondossier in Brussel. Het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) ging van start in 1962 om, met de Tweede Wereldoorlog en de hongerwinter vers in het geheugen, via gecoördineerde intensivering een permanent voedseloverschot te creëren in Europa.


    Om de voedselproductie blijvend zeker te stellen, ontvangen ruim tien miljoen Europese landbouwbedrijven al decennialang inkomenssteun uit Brussel. De sector legt daarom ook een zware druk op de EU-begroting: tot eind jaren tachtig slokte de landbouw bijna driekwart van het totale budget van de toenmalige Europese Economische Gemeenschap (EEG) op. In de periode van 2021 tot 2027 is er 387 miljard euro voor gereserveerd: nog steeds 31 procent van het EU-budget.


    Tachtig procent van al het Europese landbouwgeld vloeit naar slechts twintig procent van de bedrijven.


    Alle boerenbedrijven die groot genoeg zijn om aanspraak te kunnen maken op GLB-subsidie ontvangen een vastgesteld bedrag per hectare grond. Door die constructie zijn de grootste boerderijen automatisch in het voordeel: tachtig procent van al het GLB-geld vloeit naar slechts twintig procent van de begunstigden. ‘Dat is precies het probleem,’ zegt Mézière. ‘Alles gaat over grootte. Beleidsmakers in Brussel luisteren vooral naar de goed georganiseerde industriële landbouwlobby die binnen de EU de dienst uitmaakt. Wij willen hier laten zien dat je met biologische en kleinschaligere landbouw evengoed geld kunt verdienen.’


    Creatieve maatregelen

    Direct na haar aantreden besloot Mézière daarom om samen met de bewoners van het boerendorp eigen agrarisch beleid te gaan opstellen. Omdat ze als burgemeester helemaal geen zeggenschap heeft over landbouwregels, moest ze allerlei creatieve maatregelen verzinnen om toch grip te kunnen houden op de ontwikkelingen rondom hun dorp. Bijvoorbeeld door bijeenkomsten te organiseren die pensioengerechtigde boeren koppelen aan jongeren die naar het dorp willen verhuizen.


    Zo probeert Mézière de grote landbouwconglomeraten die azen op vrijkomende grond bij voorbaat buitenspel te zetten. Het dorpsbestuur faciliteert verder de coöperatieve aankoop van landbouwmachines en zet bestemmingsplanprocedures in tegen grondconcentratie en om bomenkap tegen te gaan.


    Ook werkt de gemeente aan de oprichting van een lokale voedselautoriteit en investeert geld in de promotie van de zondagse dorpsmarkt, somt ze op. ‘Gemeentes hebben eigenlijk helemaal niks te zeggen over regels voor de landbouw. Die competentie hebben we niet. Maar ik wil wel het water en ons land beschermen, en als Plessé omringd raakt door industriële landbouw, kunnen onze kleine boeren zich steeds moeilijker handhaven. Dat brengt de natuur onherstelbare schade toe én is funest voor de kwaliteit van leven.’


    Niet bindend

    Bij de Europese Commissie beginnen de schaduwkanten van die hyperefficiënte landbouw inmiddels ook door te dringen. Voedselproductie is verantwoordelijk voor bijna een derde van alle wereldwijde CO2-uitstoot, zorgt voor mestoverschotten, stikstofvervuiling en wildgroei van algen in allerlei waterlichamen. Grootschalige monoculturen zijn bovendien fataal voor de biodiversiteit, bodems raken uitgeput en natuurgebieden verkeren overal in Europa in slechte staat.


    Slechts vijf maanden na de presentatie van de Green Deal in december 2019 had de Commissie haar Farm to Fork-strategie klaar: een 23 pagina’s tellend beleidsdocument vol voorstellen om de landbouw te verduurzamen. Zo wil de Commissie voor 2030 het gebruik van schadelijke pesticiden met de helft terugbrengen, het aandeel biologische landbouwbedrijven moet groeien tot 25 procent, er komen strengere regels voor dierenwelzijn, er komt breedbandinternet op het platteland en er wordt er extra geld beschikbaar gesteld voor landbouwinnovaties via het InvestEU-fonds.


    Het probleem bij al die ronkende ambities net als de Green Deal zelf is ook de Farm to Fork-strategie niet wettelijk bindend. Daarom probeerde voormalig klimaatcommissaris Frans Timmermans zoveel mogelijk wetten en richtlijnen door de drie EU-instituties te loodsen die de beloofde verduurzaming handen en voeten moeten geven.


    Daarbij stuitte hij op veel verzet. Zowel de verzamelde landbouwministers in de Raad van Europa als het EU-parlement hebben veel van die maatregelen weten af te zwakken.


    Na de presentatie van de Farm to Fork-strategie hebben de coronapandemie en de Russische invasie in landbouwgrootmacht Oekraïne het animo voor radicale verandering sterk verminderd.


    Ook binnen de Europese Commissie zelf leidt de Farm to Fork-strategie tot een machtsstrijd.


    Traditioneel is het directoraat-generaal voor landbouw (DG AGRI) binnen de Commissie verantwoordelijk voor het gehele GLB-dossier. Desondanks heeft Timmermans ervoor gekozen om het Commissiedepartement voor gezondheid en voedselveiligheid (DG SANTE) de leiding te geven over de Farm to Fork-strategie. Zo omzeilde hij dus het machtige landbouwdepartement. Dat bleef intussen wel verantwoordelijk voor het alomvattende GLB, de beoordeling van de manier waarop de EU-lidstaten dat GLB omzetten in nationaal beleid, en de verdeling van miljoenen euro’s aan landbouwsubsidies.


    Na de presentatie van de Farm to Fork-strategie in mei 2020 hebben de coronapandemie en de Russische invasie in landbouwgrootmacht Oekraïne het animo voor radicale verandering sterk verminderd. Lidstaatregeringen hebben belangrijke bodemrichtlijnen en biodiversiteitsmaatregelen getorpedeerd en in de zomer van 2022 waarschuwden de milieu- en klimaatdepartementen van de Europese Commissie ‘weinig tot geen verhoogde klimaat- of milieuambitie’ te zien in de GLB-uitwerkingen van nationale overheden. Volgens een door nieuwswebsite Politico onthuld intern Commissiedocument zouden maar liefst 31 ‘politiek gevoelige’ voedsel- en landbouwhervormingen zijn vastgelopen, bijvoorbeeld het verbod op het financieren van vleesreclames met belastinggeld en veranderingen in de aanbestedingsregels die het aanbieden van biologisch voedsel in schoolkantines makkelijker moesten maken.


    Duurzame producten ondersteunen

    Voor buitenstaanders zijn die Brusselse machtsspelletjes moeilijk te doorgronden, beklaagt regionaal voedseltransitiecoördinator Laurent Comeliau zich in zijn kantoor in Nantes. ‘Wat ik ervan begrijp is dat binnen de Commissie verschillende departementen betrokken zijn bij de landbouw. DG AGRI verdedigt het GLB, andere afdelingen maken zich hard voor de Farm to Fork-strategie. Dat maakt het heel ingewikkeld om te weten waar je aan toe bent.’


    Nantes is de grootste stad van het departement Pays de la Loire. Namens de metropooloverheid – een samenwerkingsverband van meer dan twintig gemeenten – is Comeliau verantwoordelijk voor de voedseltransitie waaraan de regio sinds 2018 werkt.


    Hij wijst op een grote kaart aan de muur. In de Loire-regio werkt inmiddels een derde van alle boerenbedrijven volgens biologische principes.


    Die groep wil Comeliau koppelen aan stedelijke consumenten en afzetmarkten. Zo kunnen lokale boeren hun producten kwijt en krijgen inwoners van Nantes toegang tot gezond eten.


    ‘Om die afzetmarkten te creëren, proberen we onder meer schoolkantines te koppelen aan regioproducten. Maar volgens de Europese regels moeten kantines verplicht een openbare aanbesteding uitschrijven en dan mag je niet zomaar kiezen voor duurder biologisch eten. Juist die regels moeten in Brussel aangepast worden zodat wij hier duurzame producten kunnen ondersteunen.’


    Hij is positief over de pogingen van de Commissie om het landbouwsysteem te verduurzamen. Niet in de laatste plaats vanwege het geld: waar de metropoolregio Nantes eerder projecten moest financieren uit regionale of zelfs lokale budgetten, is er nu opeens EU-financiering beschikbaar.


    Het grootste probleem waar Comeliau mee geconfronteerd wordt, is dat elke landbouwtransitie in feite haaks staat op leidende financiële belangen binnen de voedselsector: ‘Vlees of zuivel hoeft je helemaal niet van duizenden kilometers ver te laten komen als er genoeg goede veeboeren in de regio zitten. Maar als ik dan met de directeur van supermarktketen Carrefour spreek, vertelt hij me glashard dat hij de allergoedkoopste melk wil kunnen aanbieden. Op die manier maken onze eigen biologische boeren natuurlijk geen schijn van kans.’


    Af van de consumentencultuur

    Twintig minuten buiten Nantes zit Audrey Lacroix in de schaduw van een appelboom op haar boerderij Ferme de Limeur. Kippen scharrelen tussen de fruitbomen terwijl medewerkers verderop in de felle zon onkruid aan het wieden zijn. Het gezoem van insecten vloeit geruisloos samen met de monotone bromtoon van de twee provinciale wegen die elkaar verderop kruisen. ‘Het idee dat je op een divers continent als het onze overal dezelfde soort landbouw kunt toepassen, vind ik waanzinnig,’ zegt ze.


    ‘Ecosystemen, bodems en economische omstandigheden zijn zo verschillend dat het onzin is dat te denken. Toch zit het idee dat alleen grootschalige landbouw winst kan opleveren diep verankerd in de hoofden in Brussel.’


    Als voorzitter van de regionale biologische boerenbond GAB44 maakt Lacroix zich sterk voor de afschaffing van de hectaresubsidies waarop de Europese landbouw gegrondvest is. Haar boerderijwinkel ligt vol met verse seizoensgroenten, eieren en Franse kaas. Ook verkoopt ze vruchtensappen van boomgaarden in de buurt, wijst ze in het rond.


    Op dit moment is geeft de politieke economie alle prioriteit aan goedkoop en industrieel geproduceerd voedsel.


    Een voedselsysteem bestaat uit verscheidene communicerende vaten, doceert Lacroix: de politiek die de regels uitzet, grote voedselbedrijven, consumenten en heel veel boeren. Op dit moment geeft de politieke economie alle prioriteit aan goedkoop en industrieel geproduceerd voedsel. Om aan te tonen dat ook de biologische landbouw levensvatbaar is, heeft GAB44 met behulp van computermodellen de beschikbare hectares landbouwland in Pays de la Loire afgezet tegen andere variabelen als het aantal inwoners, hun economische slagkracht en de hoeveelheid grondwater. Uit die berekeningen kwam naar voren dat het theoretisch mogelijk is om aan 90 procent van de voedselvraag in het departement te voldoen met alleen regionaal geproduceerd biologisch voedsel. Lacroix: ‘Dan moeten we alleen af van de consumentencultuur die ons allemaal heeft aangeleerd dat we zo min mogelijk moeten betalen voor ons eten terwijl we tegelijkertijd zonder nadenken honderden euro’s neerleggen voor een nieuwe telefoon.’


    Kortere en duurzame voedselketens

    Om de band tussen stad en boer te herstellen die nodig is voor kortere en duurzame voedselketens probeert de metropooloverheid in het stedelijke gebied de randvoorwaarden te scheppen. Zo heeft Nantes een gemeentelijke kas waar groenten verbouwd worden en wordt via het project Nantes Paysages Nourriciers geprobeerd om ook de bewoners van armere buurten mee te krijgen.


    Liam Picard werkt voor milieustichting ECOS en beheert namens de metropoolregio enkele stadstuinprojecten die zijn aangelegd in parken en groenstroken in de stad. In de achterstandswijk Pin Sec legt hij op een druilerige zomermiddag aan een groepje kinderen uit hoe ze stro over de plantenbedden moeten uitspreiden om het vocht in de bodem vast te houden. Ondertussen kletst hij met een groepje buurtmoeders aan een picknicktafel.


    Picard draagt een blonde paardenstaart en twee oorringen. Hij is zelf opgegroeid in een soortgelijke wijk. ‘Die jongens hier weten meestal niet eens waar hun eten vandaan komt,’ zegt hij. ‘Veel inwoners van Pin Sec hebben twee banen om rond te komen. Vaak eten ze bij McDonald’s omdat dat goedkoper en sneller is. Ze hebben geen tijd om zich te interesseren voor biologisch tuinieren of lokaal eten. Dat is jammer, want gezond eten gaat hen ook aan.’


    Pays de la Loire is niet het enige departement binnen Frankrijk dat streeft naar meer zelfvoorziening door regionale biologische landbouw. In september 2022 ondertekenden 26 metropooloverheden en gemeentes samen de Verklaring van Nantes. Daarin kondigden ze aan om voortaan hun eigen Projets Alimentaires Territoriaux (PAT) als leidend te zullen beschouwen voor hun landbouwbeleid. Ze willen ‘lonende modellen promoten en ontwikkelen’ voor boeren die ‘agro-ecologisch en sociaal verantwoord’ produceren en vragen steun voor ‘initiatieven (…) om speculatie te bestrijden’. Ook eisen ze ‘regelgevende instrumenten voor lokale autoriteiten’.


    Picard ziet ook hoe belangrijk het is om de duurzaamheidstransitie die de Europese Commissie voor ogen heeft lokaal in te bedden. Zijn stadstuin in Pin Sec wordt omringd door kleine witte flatgebouwen. Bewoners hangen rokend uit het raam, verderop ligt grofvuil opgestapeld. ‘De bewoners van banlieues worden meestal heel paternalistisch benaderd. In onze stadstuinen proberen we ze met eigen ogen te laten zien dat gezond en duurzaam eten niet enkel een zaak is voor stedelijke elites. Dat heeft alleen kans van slagen als je bereid bent te luisteren. Dus ik geef inmiddels ook kookles en regel het telefoonnummer van de hulpverlening als iemand in de problemen zit.’


    Een gezond dorpsleven

    Ook volgens Aurélie Mézière gaat landbouwverduurzaming om meer dan alleen strengere milieueisen voor boeren: het gaat om niets minder dan de toekomst van ruraal Frankrijk. Een gezond dorpsleven ingebed in een economisch ecosysteem van levensvatbare boerderijen is volgens haar een essentieel wapen in de strijd tegen extreemrechtse politiek.


    ‘Een echte groene transitie gaat om veel meer dan alleen klimaatverandering. Het gaat ook over water, bodems, lokale winkeltjes, het dorpsleven waar ook de boer deel van is, over directe democratie en maatschappelijke onvrede.’


    Zolang beleidsmakers in Brussel hun oren laten hangen naar de machtige industriële landbouwlobby is het belangrijk om te blijven strijden voor hervorming van onderop, zegt ze strijdvaardig. ‘Vanwege die lobby is er van de Farm to Fork-strategie tot nu toe helemaal niks terechtgekomen. Een echte groene transitie gaat om veel meer dan alleen klimaatverandering. Het gaat over water, bodems, lokale winkeltjes, het dorpsleven waar ook de boer deel van is, over directe democratie en over begrijpen waar de maatschappelijke onvrede vandaan komt.’


    Mézière tuurt uit het raam van haar burgemeesterskamer. In de verte doemen donkere onweerswolken op boven de bossen die het dorp omringen. ‘Weet je,’ besluit ze, ‘kortgeleden sprak ik met een boer die kalfsvlees produceert voor McDonald’s. Die man houdt zijn dieren het hele jaar binnen en verbouwt voer op een gigantisch veld dat hij helemaal plat spuit met glyfosaat. Mijn verhaal over biologisch boeren vond hij totaal oninteressant. Zolang zulke boeren het meeste geld ontvangen uit Brussel, kun je landbouwverduurzaming wel op je buik schrijven.’


    Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.


    Het bericht De Green Deal in de praktijk: in Frankrijk boksen boerenvernieuwers op tegen gevestigde Europese belangen verscheen eerst op Vrij Nederland.



    Thu, 28 Sep 2023 03:00:15 +0000
  • De epidemie waar niemand over praat: ‘Een val is een teken dat er meer aan de hand is’



    Dit verhaal is ook te beluisteren.



    ‘Wanneer bent u precies gevallen?’


    ‘Geen idee. Ongeveer drie maanden geleden.’


    ‘Kunt u mij vertellen wat er precies gebeurde? Wat u zich herinnert?’


    Cor, een gezette man van begin zestig, schraapt zijn keel en kijkt licht geïrriteerd naar de behandelend arts, zijn leren jas over zijn benen.


    ‘Een klein opstapje op de stoep bij het winkelcentrum. Ik lag opeens op de grond. Als een blok, boem op de grond. Er kwamen direct mensen aangehold om me overeind te helpen. Maar het is op mijn leeftijd wel normaal, dat je soms valt,’ haast hij zich erachteraan te zeggen terwijl de arts driftig aantekeningen maakt.


    Op de valpoli op de eerste verdieping van het Amsterdam UMC zien artsen wekelijks meerdere oudere patiënten die zijn gevallen. Er wordt uitgebreid onderzoek gedaan naar de oorzaak en gekeken hoe het vallen in de toekomst kan worden voorkomen. Ouderen vallen gemakkelijker door gebrek aan evenwicht, verlies van spierkracht, verminderd zicht en het vaker voorkomen van duizeligheid, maar er kunnen ook ziekten of bijwerkingen aan ten grondslag liggen.



    Wie gaat er voor ons zorgen?

    Europa stevent af op een zorgcrisis. De Wereldgezondheidsorganisatie schat dat er in 2030 een wereldwijd tekort zal zijn van 15 miljoen gezondheidswerkers, omdat de gezondheidszorgsystemen niet zijn voorbereid op de demografische verschuivingen. Een vijfde van de inwoners van de EU is momenteel ouder van 65 jaar. Gemiddeld leven deze mensen dan nog twintig jaar, waarvan de helft in slechte gezondheid. We leven langer, maar zijn ook langer hulpbehoevend. In Europa neemt het aantal mensen dat in de zorg werkt bovendien structureel af, en COVID-19 heeft dat proces versneld. Hoe gaan Europese landen om met deze naderende, en onafwendbare crisis?


    De komende maanden kijkt Vrij Nederland hoe er in ons land en in andere landen wordt gewerkt om dit dreigende zorginfarct het hoofd te bieden. Wat kan de overheid doen om de bevolking langer gezond te houden? Hoe kunnen oudere mensen langer thuis blijven wonen? Hoe kan in korte tijd meer zorgpersoneel worden aangetrokken? En wat betekent het voor ons als samenleving als de overheid niet meer voor alle zorg kan zorgen? Vandaag deel 4: de valepidemie.



    Alarmsignaal

    Om vallen te voorkomen bij ouderen, zijn de afgelopen jaren valpoliklinieken zoals hier in Amsterdam geopend. Deze ‘valpoli’s’ zijn meestal onderdeel van de afdeling geriatrie (ouderengeneeskunde) van een ziekenhuis. Hier zien artsen mensen met een verhoogd valrisico om een zogeheten valanalyse uit te voeren. Daarbij wordt gekeken naar mobiliteit, medicijngebruik en eventueel onderliggend lijden.


    Hoogleraar ouderengeneeskunde Nathalie van der Velde is gespecialiseerd in valpreventie en verbonden aan Amsterdam UMC. Van der Velde: ‘Ouderen die vallen moeten zich realiseren dat vallen niet hoort bij ouder worden, maar dat het een alarmsignaal is, waarna altijd contact met een arts moet worden opgenomen.’


    Het CBS maakte vorig jaar bekend dat in 2021 twee keer zoveel mensen overleden aan de gevolgen van een val als tien jaar geleden. De toename van het aantal valincidenten is ook terug te zien in het aantal ziekenhuisopnames. Sinds 2019 belandt er iedere vier minuten een 65-plusser op de spoedeisende hulp na een valincident. Dat zijn er meer dan honderdduizend per jaar en gezien de vergrijzing zal het aantal valincidenten alleen maar toenemen. Dat brengt hoge kosten met zich mee. Ongeveer 1,5 procent van ons gezondheidszorgbudget wordt uitgegeven aan valgerelateerd letsel.


    Ouderen vallen thuis, in het verkeer, in een zorginstelling of ziekenhuis. Het kan leiden tot botbreuken of ander ernstig letsel, langdurige opname en soms sterfte.


    Sinds 2014 neemt de sterfte door vallen in Nederland toe. Niet alleen in absolute zin, door de vergrijzing, maar ook relatief: per duizend hoogbejaarden neemt het aantal valpartijen toe, vooral onder vrouwen.


    Van der Velde: ‘Mensen leven langer, maar ze leven ook langer met gebreken. Daarnaast moeten steeds meer mensen langer thuis blijven wonen en de woning is niet altijd veilig genoeg om valpartijen te voorkomen.’ Verder noemt Van der Velde als (nog niet onderzochte) hypothese dat een deel van de ouderen van nu zichzelf overschat en langer activiteiten blijft doen die op oudere leeftijd niet meer zo veilig zijn. ‘Denk aan bomen snoeien, een dakkapel repareren, schaatsen. Deze generatie blijft langer actief en dat is meestal positief, maar er kleven ook risico’s aan. Het is een lastig evenwicht. Actief blijven is goed voor de spieren, maar er is een groep die zichzelf overschat in wat nog verantwoord is.’


    Marcel Levi is voorzitter van de raad van bestuur van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en was daarvoor ceo van University College London Hospitals. Hij waarschuwt al langer voor deze ‘stille epidemie waar het in talkshows nooit over gaat’. Levi: ‘Preventie moet veel belangrijker worden. Het steviger maken van botten is ingewikkeld, maar je kunt wel het brozer worden proberen te remmen. Ook aanpassingen in huis zijn relatief gemakkelijk te doen en kunnen voor veel verbetering zorgen. Er zou veel meer geld moeten gaan naar valpreventie. Daar is veel financiële én gezondheidswinst te behalen.’


    In het regeerakkoord van het nu demissionaire kabinet-Rutte IV was valpreventie voor het eerst als maatregel opgenomen. Gemeenten krijgen geld vanuit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om valpreventieprogrpamma’s op te zetten voor inwoners van 65 jaar en ouder. Van der Velde: ‘Het is ingewikkeld om aan te tonen hoe goed preventie werkt. Als iemand goed heeft leren vallen, zien wij die persoon waarschijnlijk niet hier. Ik zie dat de preventieadviezen die wij hier geven echt effect hebben.’


    Te voorzichtig lopen

    Cor is klaar met zijn loopoefeningen. Zonder ondersteuning is hij tien keer omhooggekomen en weer gaan zitten. Dat gaat probleemloos. Het lopen en abrupt stoppen in de gang van het ziekenhuis gaat iets moeilijker, maar is volgens de arts geen reden tot zorg. Hij neemt de complimenten zwijgend in ontvangst.


    ‘Bent u vaak vergeetachtig?’


    Cor knikt. ‘Mijn hoofd is soms net een vergiet.’


    ‘Wat vervelend. En kijkt u nog televisie, naar het journaal bijvoorbeeld?’


    Lachend: ’Ja, ik ben niet helemaal simpel.’


    Op de spoedeisende hulp komen veel meer kwetsbare, onderkoelde ouderen binnen dan een paar jaar geleden. 


    Hoogleraar ouderengeneeskunde Van der Velde: ‘We weten inmiddels dat vallen ook een teken kan zijn van beginnende dementie, of van een depressie. Dus ook daar screenen we op. We moeten heel goed zien wat er in het brein gebeurt. We kijken op alle vlakken wat er zou kunnen spelen. Dus ook angstklachten en bezorgdheid om te vallen, waardoor mensen gevaarlijk kunnen bewegen, juist omdat ze te voorzichtig lopen.’


    Begin dit jaar meldde de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA) dat er op de spoedeisende hulp veel meer kwetsbare, onderkoelde ouderen binnenkomen dan een paar jaar geleden. Ze zien nu dagelijks ouderen die na een val urenlang op de vloer hebben gelegen. Ze vallen, kunnen niet overeind komen en liggen dan heel lang op de grond voordat er hulp komt. Enkele jaren geleden kwam dit slechts een of twee keer per maand voor. ‘Ik heb geen cijfers, maar ik zie wel meer isolatie. Mensen zijn meer thuis en alleen,’ zegt Van der Velde hierover. Ook ziet ze dat ouderen sinds de coronacrisis minder zijn gaan bewegen. ‘Ze hebben daardoor conditie- en functieverlies.’ Van der Velde benadrukt dat er goed gekeken moet worden naar onderliggende oorzaken als ouderen niet overeind kunnen komen na een val. ‘Voorheen deden we meer onderzoek als mensen meerdere keren vielen, maar nu hebben we met een internationale groep experts ook afgesproken extra onderzoek te doen als mensen lang blijven liggen. Omdat dat vaak een aanwijzing is dat er meer aan de hand is.’


    Somberheid

    Ook aan Cor wordt voorzichtig gevraagd naar zijn persoonlijke situatie. Hij vindt het spervuur aan vragen inmiddels wat veel worden op deze maandagochtend, en doet weinig om zijn irritatie te verhullen. Hij vertelt dat hij een vriendin heeft die hij vaak ziet en die vaak voor hem kookt.


    ‘Daar heeft u dan wel geluk mee, of niet?’


    ‘Ja, ik kan zelf niet koken. Nooit gedaan.’


    ‘Bent u tevreden met uw leven?’


    ‘Nee, ik vind er weinig meer aan.’


    ‘Wat vindt u nog wel leuk? Heeft u hobby’s?’


    ‘Daar ben ik mee gestopt. Door die somberheid. Ik vind het leven leeg.’


    ‘Voelt u zich vaak waardeloos?’


    Cor schuifelt ongemakkelijk op zijn stoel. ‘Ja, eigenlijk wel.’


    De behandelend arts belooft Cor dat hij later die dag terug zal komen met een advies en behandelplan nadat alle uitslagen zijn besproken en geanalyseerd. Met een voorzichtige glimlach drukt ze hem alvast op het hart dat er ook tegen somberheid medicijnen zijn die goed kunnen werken.


    ‘Een val is vrijwel altijd een teken dat er meer aan de hand is.’


    Van der Velde: ‘Depressies kunnen ook ten grondslag liggen aan een val. Mensen krijgen daardoor minder zin om te bewegen, worden apathischer. We zien ook wel eens vitaminetekorten of een schildklierafwijking. Of medicijngebruik dat met het verstrijken van de jaren aangepast moet worden, omdat het voor duizeligheid is gaan zorgen. Een val is vrijwel altijd een teken dat er meer aan de hand is. Ik pleit ervoor dat huisartsen iedere patiënt ouder dan vijfenzestig jaarlijks vragen of die is gevallen de laatste tijd. Deze patiënt is door de huisarts hiernaartoe gestuurd. We hopen dat onze poli’s steeds meer bekendheid krijgen.’


    De komende maanden zal duidelijk worden in hoeverre gemeenten, ook de kleinere, gebruik maken van het budget dat ter beschikking is gesteld om programma’s voor valpreventie te ontwikkelen. In veel gemeentes lopen al valpreventietrainingen voor senioren. Maar Van der Velde hoopt dat het daar niet bij zal blijven. ‘De bewustwording bij de mensen zelf is nog te beperkt. Mensen moeten weten dat ze zelf heel veel kunnen doen om gezonder oud te worden, en dat de samenleving dat meer en meer van ze zal vragen.’


    Dit verhaal werd mede mogelijk gemaakt door het Steunfonds Freelance Journalisten.


    Het bericht De epidemie waar niemand over praat: ‘Een val is een teken dat er meer aan de hand is’ verscheen eerst op Vrij Nederland.



    Wed, 27 Sep 2023 02:30:33 +0000
  • Literaire Kroniek: Anil Ramdas, slim, sterk en destructief

    Het moest iemand uit een andere wereld (Suriname) zijn die niet behept was met de ironische en gewichtige betekenissen die aan het woord kleefden, anders zou het helemaal verkeerd zijn gevallen: intellectueel. Hoewel aan dat woord te veel pretentie was gaan kleven, werd het in het begin van de jaren negentig door Anil Ramdas, die sinds 1977 in Nederland woonde, zonder enige schroom gebruikt, zelfs om er een krachtig verwijt aan te verbinden. Als er iemand schuld had aan de opkomst van het rechtse populisme dan waren het volgens Ramdas de intellectuelen, door hem zonder meer een elite genoemd. Die elite had het laten afweten en haar beschavingsmissie door gebrek aan geloof in zichzelf verkwanseld. Die elite had zich als een mak schaap laten wegdrukken door het populisme.


    Er waren wel meer woorden en begrippen die in Nederland in onbruik waren geraakt, maar door Ramdas gewoon werden gebruikt. Zoals ‘beschaving’. Dat was veel te nuffig geworden, hoogstens door een oudere dame nog gebruikt om te zeggen dat die luidruchtige jongelui in haar straat geen beschaving hadden.


    twee zielen

    In zijn woelige jeugd in Paramaribo was Ramdas op zoek gegaan naar een rustige plek. Die vond hij in de bibliotheek van het Cultureel Centrum Suriname. Het waren niet alleen de boeken die hij er leende en waarin hij verdiept kon raken, hij onderging het Centrum zelf ‘als een oord van beschaving’. Er stond een vleugel op het podium van de gehoorzaal, de bibliotheek was weldadig koel en stil. De lichtval was schemerig en gerieflijk. Lichtgekleurde meisjes zag hij er trots naar de balletschool lopen. Er klonken onalledaagse geluiden uit de muziekschool, ‘geluiden van deftigheid en distinctie’. Ramdas was wel een beetje trots dat hij als hindoe tot de bovenste laag van de samenleving behoorde. Het CCS paste hem.


    Toen Ramdas naar Nederland verhuisde om daar sociale geografie te studeren was het vanzelfsprekend dat hij na zijn afstuderen terug zou gaan naar Suriname, om het land te laten profiteren van de kennis die hij had opgedaan. Hij behoorde tot de ‘patriottische generatie’ die niet alleen voor haar eigen ‘zelfvervolmaking’ in het buitenland ging studeren, maar zich nuttig zou gaan maken voor het land. De ontwikkelingen in Suriname, de coup in 1980, de decembermoorden in 1982 en de oorlog met Ronnie Brunswijk in de jungle in 1986 maakten die terugkeer onmogelijk.


    Er verscheen met Ramdas een unieke en ingewikkelde figuur in het culturele en intellectuele leven van Nederland. Iemand die er goed uitzag, rap van tong was, onbeschaamd hoog van de toren blies.


    Anil Ramdas werd van een student een migrant die zich in Nederland thuis moest gaan voelen. In Suriname was hij de veelbelovende en talentvolle mooie jongen. In Nederland zag men in hem niet meteen iets bijzonders. Hij moest zijn enigszins ijdele zelfbeeld aanpassen. In haar biografie weet Karin Amatmoekrim voortreffelijk duidelijk te maken dat Ramdas in Nederland binnen enkele jaren een aantal vruchtbare en onvruchtbare tegenstrijdigheden in zijn karakter ontwikkelde: hij probeerde zijn ietwat archaïsche beschavingskant te combineren met het socialistische gedachtegoed van Marx en Lenin, maar vond het weer moeilijk om met het ‘gewone’ volk en de massa om te gaan. Dat verklaarde zijn ambivalente positie tussen solidariteit en individualisme, tussen Marx en Nietzsche. Daar moest hij mee schipperen om ze allebei tot hun recht te laten komen. Ramdas had een hang naar traditie en goed vader- en burgerschap. Tegelijk ging hij zich een ‘ontwortelde’ voelen, iemand met een gefragmenteerde identiteit.


    Ramdas was naar eigen zeggen op jonge leeftijd al iemand in wie twee zielen huisden, ‘de kleine pedante, zelfingenomen verwaande kwast, die alleen aan zichzelf dacht, aan zijn eigen bloei, zijn eigen virtuositeit, zijn eigen genot en vervolmaking. Aan de andere kant was er de sociaal bewogen revolutionair, die opkwam voor de armen en de onderdrukten in de wereld, die elke vorm van onrecht wilde bestrijden’. Die dubbelheid vindt Amatmoekrim in elk stadium van Ramdas’ leven terug. Ze weet hem in elke context te plaatsen. Ze zit dicht op zijn intieme leven, zijn jeugdvriendin en vrouw Chandra, zijn vrienden, familie, moeder, vader, broers en zussen, het milieu en de status van de familie in Suriname, de turbulente geschiedenis van het land, de verhouding tot Nederland en de politiek, zijn plaats als ‘migrantenintellectueel’.


    Er verschijnt met Ramdas geleidelijk een unieke en tegelijk ingewikkelde figuur in het culturele en intellectuele leven van Nederland. Iemand die er goed uitzag, rap van tong was, in zijn columns en essays onbeschaamd hoog van de toren blies, zelfs Nederland en de Nederlanders de les las. Het was iemand die niet wilde dat hij werd teruggebracht tot de status van migrant, hij was méér dan slachtoffer, hij had niet één identiteit, hij bestond uit meerdere dimensies. Hij huiverde bij de gedachte altijd als allochtoon te worden gezien. Het was dat Ramdas er zelf over begon, anders zou je bij hem niet als eerste denken aan iemand uit een andere cultuur.


    een kosmopoliet met oog voor het alledaagse

    Ramdas was een kosmopoliet met oog voor het alledaagse. Op het groteske af wilde hij Nederland ‘verheffen’ door het uitoefenen van ongenadige kritiek. Zelfkritiek beschouwde hij als een intellectuele westerse verworvenheid. Daar deed hij zelf aan, maar vroeg het ook van anderen. Snijden in het eigen vlees voorkwam hoogmoed. Maar juist aan een zekere hoogmoed had Ramdas geen gebrek. Als Zomergast in 1992 probeerde hij met stijl in één klap de bekendste intellectueel van Nederland te worden. Het mocht niet mislukken. Dat deed het ook niet. Amatmoekrim noemt het een ‘komeetachtig begin’. Dat ging bovendien samen met het verschijnen van De papegaai, de stier en de klimmende bougainvillea, zijn vernieuwende essays uit de De Groene Amsterdammer in boekvorm.


    Ramdas’ zag zijn eigen dubbelheid terug in de migrantenintellectuelen die hij bewonderde en die hij ook uitnodigde voor het televisieprogramma over de rol van de media Het blauwe licht, dat hij samen met Stephan Sanders presenteerde. De migrantenintellectueel had een bijzondere positie: hij was binnen en buiten, thuis en thuisloos. Hij kon niet meer gereduceerd worden tot zijn land van afkomst. Maar met het thuisgevoel had Ramdas het zelf moeilijk omdat Nederland en ‘het Westen’ hun kostbare verworvenheden in zijn ogen verwaarloosden. Als Zomergast hield hij een lofzang op de rijkdom van het Westen, de rechten die je hebt, de vrijheid die je hebt, de culturele waardigheid als individu: ‘dat is onverwoestbaar’. Hij keek naar Nederland en het Westen met de blik van de buitenstaander, maar dat werd geleidelijk de blik van een onthechte, iemand die het contact met werkelijkheid kwijtraakt. Dat gebeurde toen hij in columns en artikelen Nederland een land van ‘tokkies’ en ‘white trash’ ging noemen, een land waarvan zo’n twee miljoen mensen op rechtspopulistische partijen gingen stemmen.


    niet onder controle

    Amatmoekrin geeft de nodige voorbeelden van Ramdas’ kritiek die soms pijnlijk doorschoot. Tijdens een lezing in hotel Krasnapolsky in Paramaribo voor een publiek van (uitgerekend) Rotaryleden zei Ramdas dat de maatschappelijke betrokkenheid van de leden van de Rotaryclub geveinsd was en dat ze in werkelijkheid vooral uit waren op het versterken van hun eigen positie. Er was ook verder niet veel goeds aan Suriname, geen wonder dat het publiek ‘furieus reageerde’ en Ramdas zelf uiteindelijk ‘zichtbaar aangeslagen’ was. Tactvol of tactisch wist Ramdas niet altijd te zijn. Hij had zichzelf niet altijd onder controle. Dat werd een probleem toen hij ook zwaar ging drinken.


    Het blijft verbazingwekkend dat de zelfverzekerde en intelligente Ramdas zo met zichzelf bleef worstelen en in werkelijkheid een en al onzekerheid was. Hij maakte kwetsbaarheid tot stijlvorm. Hij kon zichzelf op den duur alleen maar zien als een allochtone exoot omdat hij dacht dat anderen hem als zodanig zagen, wat niet het geval was. Wanneer hij geïnterviewd werd, dacht hij dat dat was omdat ze hem als een exotische diersoort zagen ‘die een schier menselijk kunstje heeft geleerd – een aap die kan lezen en schrijven’.


    Karen Amatnoekrin heeft een superieure biografie geschreven, breed, intiem, diep, gecombineerd met zijn tijd, de plaats, de politiek, de cultuur, de verhalen.


    Ook al schreef Ramdas als vijftiger met Badal een autobiografische roman waarin bij zich presenteert als ‘het eerste volwaardige, zwarte, intellectuele personage’ in de Nederlandse literatuur, hij wist de literatuur, het denken en het schrijven niet genoeg tot het vaderland van zijn verbeelding te maken, zoals dat wel gelukt is door hem bewonderde schrijvers als Salman Rushdie, Stuart Hall, Edward Said, Kwame Anthony Appiah en andere schrijvers die verschillende culturen combineerden. Ramdas bleef verstrikt in zelfkritiek en zelfhaat terwijl de mensen om hem heen daar helemaal geen aanleiding voor zagen. Salman Rushdie schreef met Imaginary Homelands (1991) het perfecte boek voor de thuisloze schrijvers die zich in verschillende landen en culturen bevinden: die maakten hun verbeelding tot hun vaderland.


    Karin Amatmoekrim heeft met Anil Ramdas, onmogelijk kosmopoliet een superieure biografie geschreven, breed, intiem, diep, gecombineerd met zijn tijd, de plaats, de politiek, de cultuur, de verhalen, de anekdotiek, de vrienden, de familie, zijn boeken, zijn televisiewerk, het komt allemaal genuanceerd en met groot vernuft en verteltechniek ter sprake. Dat maakt het tot een integrale biografie waarin je je kunt blijven verbazen dat iemand zo slim als Anil Ramdas zichzelf niet onder controle kon krijgen.



    In wat voor land leef ik eigenlijk? Anil Ramdas, onmogelijk kosmopoliet door Karin Amatmoekrim is uitgegeven door Prometheus.



    Het bericht Literaire Kroniek: Anil Ramdas, slim, sterk en destructief verscheen eerst op Vrij Nederland.



    Tue, 26 Sep 2023 11:58:11 +0000
  • Fotograaf Ad van Denderen: man van de lange adem

    Op de parterre van het Amsterdamse woonhuis van Ad van Denderen is de hele wereld opgeborgen in archiefmappen en fotodozen. Dat is het resultaat van de reizen die de fotograaf in bijna zestig jaar maakte. De voorkamer is opslagruimte. Tegen de wanden leunen ingelijste tentoonstellingsprints van allerlei formaat en hij bewaart er al zijn negatieven en dia’s. Het zijn er tienduizenden, misschien wel honderdduizend. Met een dikke stift staat de inhoud van de dozen en mappen erop geschreven: religie, gabbertjes, huwelijk, Oost-Turkije, Nicaragua, Cuba, Spijkerbuurt Arnhem, recreatie, mijnwerkers en nog veel meer.


    Ad van Denderen weet er prima alles terug te vinden, maar voor een niet-ingewijde is het wat moeilijker wegwijs te raken. Vanaf 2020, toen de beslissing viel om zijn archief onder te brengen bij het Nederlands Fotomuseum, is er hard gewerkt aan de verbetering van de toegankelijkheid. De beelden zijn opnieuw geordend en beschreven. Dit was het uitgelezen moment om een oeuvreboek en tentoonstelling te maken, een unieke kans om samen met Van Denderen te kijken naar zijn indrukwekkende oeuvre en te luisteren naar zijn kennis en verhalen.


    Soms maakt hij Van Denderen fotoboekjes; met plakband hecht hij de prints dan aan elkaar, waardoor een harmonicaboek ontstaat.


    Het leidde tot de tentoonstelling Onderweg. Van Denderen gidste ons door zijn werk en besloot zelf wat hij wel of niet wilde laten zien in de tentoonstelling en in het boek. Samen hebben we met de ogen van nu zijn beelden bekeken, herontdekt en opnieuw gewaardeerd of geïnterpreteerd. ‘Deze wel, of toch maar niet?’ was de meest gestelde vraag. Ook de constatering ‘deze foto had ik nu nooit meer zo genomen’ kwam vaak terug. En met regelmaat constateerden we dat er voor veel van de maatschappelijke vraagstukken die Van Denderen documenteerde nog steeds maar bitter weinig verbeteringen of oplossingen zijn gerealiseerd.


    Tot tien jaar geleden was er in het Amsterdamse woonhuis van Van Denderen ook een doka, waar hij zijn zwart-witfoto’s ontwikkelde en afdrukte. Voor het maken van een selectie lagen in die analoge tijd de prints op tafel of uitgespreid over de vloer. In dat laatste geval zat van Denderen geknield bij zijn foto’s. Tegenwoordig zit hij achter zijn computer en verricht hetzelfde werk, maar nu op een scherm. Uiteindelijk print hij nog altijd de digitale beelden op klein formaat en volgt hij hetzelfde proces van rangschikking. Voor Van Denderen, en voor veel fotografen die analoog werken, is dit de beste manier om foto’s te beoordelen.


    Soms maakt hij kleine fotoboekjes; met plakband hecht hij de prints dan aan elkaar, waardoor een harmonicaboek ontstaat.


    Van Denderen houdt van dit handwerk. Het zijn vingeroefeningen voor de uiteindelijke presentaties, en verraadt zijn oorspronkelijke opleiding als vormgever, begin jaren zestig aan de School voor de Grafische Vakken in Utrecht.


    Solist

    Onderweg is niet onze eerste samenwerking. Van 1999 tot en met 2019 was ik fotoredacteur bij Vrij Nederland, destijds een links georiënteerd opinieweekblad met een geschiedenis van mooie publicaties van documentaire fotografie. Van Denderen had al sinds eind jaren zeventig een werkrelatie met het blad, en vooral met de latere hoofdredacteur Joop van Tijn.


    Deze herkende de kwaliteit van zijn werk en vroeg Van Denderen eind jaren tachtig om vast voor VN te komen werken. Hij bedankte. Liever bleef hij freelancer voor meerdere opdrachtgevers, zoals het KRO-blad Studio, Avenue en later internationale bladen en kranten als Stern, Geo en The Independent. Wel werd mondeling afgesproken dat hij zijn werk als eerste aan VN zou aanbieden, waarna zijn foto’s vanaf eind jaren tachtig met regelmaat in het blad verschenen.


    Dat Van Denderen geen interesse had in de zekerheid van een vast dienstverband, past bij zijn persoonlijkheid. Hij behoudt graag zijn onafhankelijkheid en is in zijn werk een solist. Zijn werkwijze is er een van nauwkeurige en langdurige observatie. Hiervoor heeft hij vrijheid nodig en veel tijd voor reflectie op zijn onderwerpen. Hij is een man van de lange adem.


    De samenwerking met Van Denderen is interessant voor een fotoredacteur. Hij daagt je uit om in de presentatie van zijn foto’s samen met hem de grenzen te verkennen, waardoor het nooit een invuloefening wordt. In zijn werkruimte bespraken we vaak urenlang de gewenste fotoselecties en vormgeving. We rangschikten foto’s steeds opnieuw. We bekeken welke keuze het verhaal het best vertelde en besloten op welk formaat de foto’s het best tot hun recht kwamen. Soms maakte hij een uitsnede van het originele beeld om de compositie te verbeteren. Het was steeds een kwestie van goed en zorgvuldig kijken, zonder al te veel woorden. Van Denderen stond open voor elke vorm, suggestie of samenwerking die de inhoud van het project versterkte.


    genuanceerde beeldtaal

    Onze samenwerking bij VN viel samen met een periode waarin Van Denderen artistiek en inhoudelijk zijn fotografie heroverwoog. Zijn focus lag steeds meer op het geruime tijd volgen van zijn onderwerpen. Vanuit zijn behoefte om de complexiteit van de wereld te laten zien, nam hij inhoudelijk meer afstand van de actualiteit en van de fotojournalistiek. Hij keek liever naar overkoepelende thema’s als migratie, de gevolgen van globalisering en de opkomst van massatoerisme. Zijn beschouwende manier van fotograferen paste bij zijn wens om langdurig de verschillende kanten van deze thema’s te laten zien.


    Van Denderen was met deze visuele taal zijn tijd vooruit, wat van invloed was op de manier waarop zijn foto’s in VN gebruikt konden worden.


    Ook qua vorm veranderde zijn werk. Regelmatig koos hij in zijn projecten voor een conceptuele benadering, waarin de mens steeds vaker uit beeld verdween. Van Denderen was met deze visuele taal zijn tijd vooruit, wat van invloed was op de manier waarop zijn foto’s in VN gebruikt konden worden. Soms zette het mijn rol als intermediair tussen de fotograaf en de redactie op scherp. Want ook al konden we elkaar in de meeste gevallen wel vinden, voor de redactie waren onze keuzes soms te weinig journalistiek of te conceptueel. Het was het staartje van de hoogtijdagen van de fotojournalistiek, waarin fotoredacties veel inspraak hadden in het beeldbeleid en waarin fotografen de hele wereld over werden gestuurd om verslag te doen van rampen en conflicten. De inhoud van de weekendbijlages van de kranten leek in toenemende mate op die van tijdschriften. In mijn streven om de fotografie in VN te emanciperen, om onderscheidend te zijn ten opzichte van de dagbladjournalistiek, en om een beeld méér te laten zijn dan een illustratie bij een artikel, kon ik de genuanceerde beeldtaal en de lange adem van Van Denderen goed gebruiken.


    Conceptuele werkwijze

    Verschillende keren was ik getuige van sleutelmomenten in zijn fotografische ontwikkeling. Zo maakte hij rond 2000 zijn laatste reizen voor het fotoproject waarin hij als een van de eersten het begin van de migratie naar Fort Europa vastlegde. Het onderwerp was voor hem allesbehalve nieuw, want hij fotografeerde al sinds 1988 de schaduwmaatschappij van in illegaliteit levende migranten. In de zomer van 2000 was hij samen met VN-redacteur Harm Ede Botje in Calais, waar veel migranten proberen om als verstekeling in een truck over te steken naar Engeland.


    Deze reportage leverde een foto op die voor mij exemplarisch is voor de conceptuele werkwijze die Van Denderen vaker toepaste. In zijn zoektocht naar de beste manier om de wanhoop vast te leggen, maakte hij een foto van een computerbeeldscherm met daarop een röntgenbeeld van een Sycoscan, een inspectiesysteem dat de aanwezigheid van mogelijke verstekelingen in een truck registreert. Deze pure en feitelijke weergave, zonder artistieke toevoeging, bleek een overtuigende verbeelding van de problematiek van illegale migratie. Zichtbaar zijn alleen de silhouetten van een groepje verstekelingen in de container van een truck, die nog niet weten dat ze zijn ontdekt. De angst, het wanhopig schuilhouden en de anonimiteit van de migranten zitten allemaal in dit ene beeld.


    We zagen onmiddellijk de kracht en symbolische waarde van deze foto. Toch gaven publicaties in die tijd voorrang aan meer journalistieke foto’s, zoals het fouilleren van ‘illegalen’ tegen een truck. Een dergelijk abstract beeld was in de fotojournalistiek nog niet algemeen geaccepteerd. Van Denderen liep in zijn benadering van het onderwerp voorop. Hij zag dat er naast journalistieke ook andere beelden nodig waren om het complexe onderwerp op een nieuwe manier te belichten. Pas later werd de ‘X-ray-foto’ een iconisch beeld en verscheen deze in vele internationale publicaties.


    De X-ray-foto kreeg een plek in het boek Go No Go, Grenzen van Europa (2003), de uitkomst van het zestienjarige fotoproject waarmee Van Denderen de complexiteit van het immigratievraagstuk vastlegde. De zwart-witfoto’s zijn als een film aflopend op spreads geplaatst, soms doorbroken door kleurige beelden uit toeristische brochures, gecombineerd met citaten van migranten in gekleurde letters: ‘Maak je maar geen zorgen om mij’ of ‘Toen de eerste sneeuwvlokken vielen werd ik doodsbang’. In een poging om de gelaagdheid van de boekpublicatie te evenaren, publiceerde VN in 2003 een selectie van de boekspreads uit Go No Go bij het artikel ‘Grensgevallen’.


    Geen spektakel

    Na Go No Go maakte Van Denderen vaker keuzes die leken op die van het röntgenbeeld van zich schuilhoudende vluchtelingen. Toen hij zich in 2004 afvroeg wat zijn beelden nog konden toevoegen aan de verslaggeving over het conflict tussen Israël en Palestina, kwam hij met een opmerkelijke oplossing: hij fotografeerde de op muren geplakte, verweerde affiches van Palestijnse zelfmoordterroristen die zich in Israël hadden opgeblazen. Zijn idee om de foto’s te combineren met een indrukwekkend lange lijst met namen van zowel de slachtoffers als de ‘martelaren’ leidde uiteindelijk tot een publicatie in het kerstnummer van VN.


    In datzelfde nummer staat ook een foto die hij nam na een aanslag op een speelhal in Tel Aviv, Israël. Hij was vlak na de aanslag ter plekke en zag de puinhoop. Hulpverleners, bebloede slachtoffers én veel collega’s van de pers. Hij maakte een aantal opnames, en keerde de volgende ochtend in alle vroegte terug. De foto die hij toen nam, laat gedetailleerd de ravage zien na de enorme explosie, als iedereen – op één man na – is vertrokken. De man is op zoek naar restanten van menselijke lichamen. Pas na een lange en zorgvuldige blik geeft het beeld de gruwelijke details vrij. De foto, gemaakt in kleur en met een middenformaatcamera, velt geen oordeel en toont geen spektakel, maar juist door de feitelijke registratie is de impact op de toeschouwer groot.


    Dit is hoe Van Denderen sinds Go No Go het meest fotografeert: met meer afstand en ruimte en met een kleinere rol voor de mens.


    Zo ook in Stone (1993-2016), deel van zijn project over Israël-Palestina. In Stone gebruikt Van Denderen de steen als metafoor om de kritieke situatie op de Westelijke Jordaanoever weer te geven: het object kan dienen als wapen of obstakel, maar biedt ook beschutting. In de serie Rawabi (2012-2016) fotografeerde hij de lege straten en maquettes van de gelijknamige Palestijnse stad in aanbouw. Steen speelt hierin een belangrijke rol, evenals in Baladia (2012), de serie over een spookstad die dient als oefenterrein voor het Israëlische leger.


    Van Denderen werkte inmiddels veel onafhankelijker. Hij realiseerde zijn eigen projecten en stelde soms voor om delen daaruit te publiceren, waarna we samen keken hoe we dat zouden willen vormgeven. Beide fotoseries, Rawabi en Baladia, kon ik zonder tegenwerping publiceren in VN zoals Van Denderen het voor ogen had: een strenge selectie van foto’s, geen uitgebreide, beschrijvende onderschriften en een strakke vormgeving. Het blad was met Van Denderen en de tijd meegegroeid.


    Tijdens het ordenen van zijn archief en het samenstellen van de tentoonstelling en het boek Onderweg was ik opnieuw onder de indruk van de enorme kwaliteit van het werk van Van Denderen. Ook zag ik nu pas echt hoe groot de stap is geweest van de in de documentaire fotografie gewortelde zwart-witfotografie naar de conceptuele en ruimtelijke aanpak van de latere kleurenfoto’s. Het was mooi om getuige te zijn van de weg die Ad van Denderen heeft afgelegd. Onderweg is hiervan het resultaat.


    Jenny Smets is kunsthistoricus, gespecialiseerd in de hedendaagse fotografie. Als fotoredacteur werkte ze voor Nederlandse dagbladen als Trouw en Het Parool en bij Vrij Nederland. Daar werkte ze veel met Ad van Denderen samen. Tegenwoordig is ze curator, adviseur en docent. 


    Het bericht Fotograaf Ad van Denderen: man van de lange adem verscheen eerst op Vrij Nederland.



    Tue, 26 Sep 2023 03:00:10 +0000
  • Wat mag een schrijver opschrijven?

    In de anonieme column Living with teenagers in The Guardian schreef Julie Myerson jarenlang over de uitdagingen van het ouderschap in een gezin met drie kinderen. Vooral met haar onhandelbare oudste zoon had ze de nodige problemen. Toen uitkwam dat Myerson de auteur was van de column, leidde dat tot een schandaal in de Britse pers. Tegen betaling vertelde haar aan cannabis verslaafde zoon zijn kant van het verhaal aan The Daily Mail – hij kon het geld goed gebruiken voor zijn verslaving. Het leidde tot de nodige ellende in het gezin van Myerson.


    In 2009 verscheen haar non-fictieboek The Lost Child, waarin ze haar machteloosheid en wanhoop over haar verslaafde zoon beschreef. Wat kun je als ouder doen? Hoe houdt een gezin met een verslaafd kind zich staande?


    Ook dit boek leidde tot de nodige ophef. Critici waren verdeeld. De recensente van tabloid The Sunday Times schreef dat het boek niet alleen ‘verraad aan liefde en intimiteit was, maar ook aan het moederschap’. In The Observer werd het boek geroemd vanwege Myersons moed en eerlijkheid. Lezers vroegen zich af of je als ouder wel zo openhartig over je kind mag schrijven. Welke schade breng je het daarmee toe?


    ‘Twee van mijn drie kinderen zijn schrijver geworden,’ zegt Myerson, die ik spreek via Zoom. ‘Mijn man (scenarioschrijver en regisseur Jonathan Myerson, DM) is ook schrijver. Mijn gezinsleden begrijpen hoe het werkt met schrijvers en wat ze van hun privéleven meenemen in een roman. Wat me echt pijn heeft gedaan, is dat door alle negatieve berichten in de pers een beeld is ontstaan van mijn gezin dat niets met de werkelijkheid van doen heeft. Wij zijn een heel grappig gezin, we hebben gevoel voor humor. Mijn gezin kent me als schrijver en ze zijn daar altijd erg tolerant over geweest. Maar naar de buitenwereld toe lijkt het nu alsof we een hekel aan elkaar hebben. Ik weet niet hoe je zoiets herstelt. Daar voel ik me verantwoordelijk voor. Ik heb dat over ons afgeroepen.’


    Toch verscheen vorig jaar Nonfiction: A Novel, dat (nog) niet is vertaald in het Nederlands. Een roman, inderdaad, die gaat over de grenzen tussen fictie en non-fictie. Weer is er een verslaafd kind in het spel, ditmaal een heroïneverslaafde dochter. De roman is geschreven in de vorm van een brief van een moeder aan haar dochter.


    Ik las het met een brok in de keel. De verschillende verhaallijnen zijn prachtig met elkaar verweven. Myerson stelt de juiste vragen over de (morele) complexiteit van het schrijverschap, vragen waar geen eenduidig antwoord op is. ‘Het was heel moeilijk om een uitgever te vinden voor dit boek,’ zegt Myerson. ‘Niemand wilde zijn vingers eraan branden. Toen het boek er eenmaal was, kreeg het ook niet al te beste recensies. Maar ik heb niet eerder zoveel positieve reacties ontvangen van collega-schrijvers en van lezers. Mensen waren echt geraakt door het boek.’


    U heeft zoveel ellende over u uitgestort gekregen toen u eerder over dit onderwerp schreef. Wat maakte dat u zich er toch weer aan wilde wagen?


    ‘Ik kies niet waar ik over schrijf. Ik begin gewoon met schrijven. Ik volg de woorden en zie waar ze me brengen. Toen ik de eerste pagina van het boek had geschreven, raakte ik helemaal opgewonden. Dat had te maken met de manier waarop de woorden bij elkaar kwamen en een soort eerlijkheid die de tekst uitdrukte.’



    Julie myerson

    Julie Myerson (1960) is auteur en literatuurcritica en woont in Londen. In 1994 debuteerde ze met de roman Sleepwalking. Inmiddels heeft ze elf romans en een aantal non-fictiewerken op haar naam staan. Ook schreef ze lange tijd de anonieme column Living with Teenagers voor The Guardian, gebaseerd op haar eigen gezinsleven.



    Ongemakkelijk

    De eerste zinnen van het boek luiden: There’s a night – I think this is in the middle of June – when we lock you inside the house. We don’t want to do it, but – or so we tell each other – we seem to have no choice.


    ‘Ik houd van het soort literatuur dat je direct de adem beneemt,’ zegt Myerson. ‘Ik zei tegen mijn oudste zoon: ik ben een roman aan het schrijven, maar ik denk dat het weer over hetzelfde onderwerp gaat als The Lost Child. Hij zei: “In godsnaam, mam. Schrijf erover!” Dat vond ik heel belangrijk. Ik schrijf om bepaalde waarheden te onderzoeken. In deze roman schrijf ik over mijn ervaringen als schrijver: waar mag je over schrijven? Wat is toegestaan door lezers en critici? En heel belangrijk: wat staat de schrijver zichzelf toe? Iedereen in het boek is fictief, maar de moeder van de vertelster is mijn moeder tot in het kleinste detail. Haar karakter en haar dood zijn uit het leven gegrepen.’


    Hoe zouden critici autofictie moeten benaderen?


    ‘Voor mij draait het om de stijl. Is het fantastisch geschreven of niet? Ik ben gek op het werk van Karl Ove Knausgård (de Noorse schrijver, bekend van zijn zesdelige autobiografische romanreeks Mijn strijd, DM). Het interesseert me eigenlijk niet of het echt gebeurd is of niet. Het gaat erom: raakt het me of niet? Maar nu ik er zo over nadenk, is er misschien toch een deel van mij dat het opwindend vindt dat het waargebeurd is. Als ik eerlijk ben, nodig ik de lezer uit om mee te gaan in de gedachte dat mijn roman autobiografisch is. Dat is niet zo. Maar ik wil wel dat de lezer denkt dat het allemaal echt is gebeurd, dat ik een affaire had met een oude geliefde. Achteraf baal ik dan weer van mezelf, want journalisten willen graag geloven dat ik een affaire had. Ik heb mezelf in de nesten gewerkt. Ik wil dat de lezer me gelooft, maar tegelijkertijd wil ik natuurlijk niet dat iedereen écht denkt dat ik een affaire heb gehad.’


    Julie Myerson


    Is die geloofwaardigheid geen voorwaarde voor een overtuigende roman?


    ‘Ik ben eraan gewend geraakt dat mensen niet heel goed op mijn werk reageren omdat het ongemakkelijk is. Ik wil lezers het gevoel geven dat het kleed onder ze vandaan wordt getrokken. Ik weet niet precies waarom. Als lezer wil ik me ook graag ongemakkelijk en bezorgd voelen. Maar daarmee schrijf je geen bestsellers.’


    De auteur doet er niet toe, zeggen literatuurwetenschappers. Tegelijkertijd is er vaak meer aandacht voor de auteur dan voor de tekst. Ook in dit interview ontkomen we daar niet aan.


    ‘Iemand als Karl Over Knausgård daagt je uit om naar de context te kijken. Je kunt niet aan lezers vragen om een boek te lezen als waarachtig en dan van ze te verwachten dat ze niets willen weten van de auteur. Natuurlijk zijn ze nieuwsgierig.


    ‘Schrijven speelt zich voor een groot gedeelte op een onbewust niveau af. Er speelt zich iets af in mijn hoofd waar ik in het echte leven niet bij kan.'


    Ik vind interviews ingewikkeld, want alles wat ik te vertellen heb, staat in mijn roman. Daarin heb ik de dingen precies zo verwoord als ik ze wilde zeggen. Het is lastig om over het boek te praten. Als ik een schrijver zou interviewen, zou ik niet willen weten waarom die heeft geschreven wat hij heeft geschreven, maar hóé hij dat heeft gedaan.’


    Heeft een schrijver precies door wat hij doet? Kunt ú dat onder woorden brengen?


    ‘Schrijven speelt zich voor een groot gedeelte op een onbewust niveau af. Er speelt zich iets af in mijn hoofd waar ik in het echte leven niet bij kan. Schrijven legt dat bloot. Ik ga naar een andere kamer in mijn hoofd. Het is zo bevredigend om daarheen te kunnen gaan, en het is onderdeel van wie ik ben. Het is op de een of andere manier ook belangrijk voor mijn geestelijke gezondheid. Je zou kunnen zeggen dat het een egocentrische daad is: ik moet die boeken schrijven om een gelukkig leven te kunnen leiden.’


    In Nonfiction komen vier verhaallijnen bij elkaar. De verteller beschrijft de geschiedenis van de verslaving van haar tienerdochter, de moeizame relatie met haar moeder en een toxische affaire met een oude liefde. Daarnaast zijn er overpeinzingen en gesprekken over literatuur, waarin de verteller haar literatuuropvattingen onderzoekt. Hoe bent u tot deze opzet gekomen?


    ‘Ik schrijf een zin en daarna een volgende zin. Als iets onecht of saai is, stop ik. Een goede roman heeft een draad die door het verhaal heen is gespannen. Die draad moet tot het einde strakgespannen blijven en zorgt ervoor dat je in het boek blijft en het uit wil lezen. Ik lees regelmatig romans waarin de draad slap of gebroken is. Dan zakt het verhaal in. De thema’s of verhaallijnen zijn instinctief met elkaar verknoopt geraakt. Ik heb me een paar keer afgevraagd of de verhaallijn over die affaire wel in het boek moest blijven, maar de reden dat ik die van belang vind, is dat het anders te makkelijk is om met het hoofdpersonage te sympathiseren. Anders denk je: die arme vrouw heeft het zo moeilijk met haar kind. Maar nu laat ik ook een foute en egoïstische kant van haar zien. Ik vind het sowieso aantrekkelijk om personages op te voeren die de verkeerde beslissingen nemen in het leven.’


    Julie Myerson


    Het heeft ook een symbolische functie. Het is een destructieve daad: ze verwoest het gezin.


    ‘Ja, maar later suggereer ik ook dat die toxische affaire gewoon onderdeel is van het verhaal dat ze aan het schrijven is, zodat de lezer zich gaat afvragen: is dit echt gebeurt of is dit fictie? Ik wil de lezer laten zien dat je de schrijver nooit kunt vertrouwen.’


    Wanneer wordt een verhaal onwaar?


    ‘De dingen die het meest waar zijn over mijzelf heb ik geschreven in fictie. Het wordt onwaar als de schrijver dingen opschrijft waarvan hij weet dat die – hoewel ze goed klinken – niet waar zijn. Als ik mezelf daarop betrap, haal ik de zinnen weg. Dan moet ik mezelf tot de orde roepen en strenger zijn voor mezelf. Ik vraag me steeds af: wil de lezer dit lezen? Zou het personage hier nu werkelijk aan denken? Is het van belang? Als ik schrijf, ben ik voortdurend aan het snoeien. Als je dingen weglaat, kom je dichter bij de waarheid.’


    De verteller beschrijft een gelukzalige vakantie met haar dochter en man in een mediterraan oord. De zon schijnt, het is vredig. Er zijn gestolen uurtjes in de middag waarin ze loom de liefde bedrijven terwijl hun dochter een dutje doet. Maar de herinnering die overheerst, is het beeld van een oude zwerfster die met veel aandacht sigarettenstompjes tussen de straattegels vandaan peutert.


    ‘Onze herinneringen zijn selectief en onbetrouwbaar. Wat verkiezen we ons te herinneren? Wat willen we vertellen? Deze herinnering is overigens uit het leven gegrepen, maar het laat ook zien hoe ik over schrijven denk. Als je naast schoonheid niets lelijks plaatst, gebeurt er te weinig op de pagina. Ik houd ervan om de situaties te verstoren met ongemakkelijke of lelijke momenten. Dat legt ook een waarheid over de wereld bloot: tegenover elk prettig moment dat jij beleeft, staat een minder prettig moment van een ander, zoals dat van die oude vrouw. Wat is haar verhaal?’


    De vertelster doet mee aan een panelgesprek op een literair festival. De moderator vraagt: is het waar dat vrouwen voor hun verhalen uit het dagelijks leven putten en mannen hun verbeelding gebruiken? Hoe zou u op zo’n vraag reageren?


    ‘Ik ben het daar natuurlijk niet mee eens. Hoewel deze situatie helemaal fictief is, is hij wel levensecht. Het gebeurt nog steeds vaak dat mannelijke auteurs op literaire evenementen twee keer zoveel spreektijd innemen dan hun vrouwelijke collega’s. Dat is niet alleen vervelend, maar vaak ook buitengewoon saai. Vrouwen zijn over het algemeen bescheidener; ze willen niet te veel tijd en ruimte innemen. Ik heb het personage van deze mannelijke moderator gebaseerd op eerdere ervaringen met mannelijke interviewers. Ik mag dit personage eigenlijk heel graag en heb ook een beetje met hem te doen.’


    Julie Myerson


    Een schrijver zei eens tegen me: ‘Probeer geen dingen te verzinnen. Schrijf gewoon over de mensen en situaties die je kent.’


    ‘De dochter in mijn roman lijkt op geen enkele manier op mijn eigen dochter en ook niet op mijn zoons. Ze is helemaal verzonnen. Toch is ze voor mij levensecht. Ik heb boeken geschreven die zich in een andere eeuw afspelen, maar ze bevatten een centrale waarheid over mij. Laura Blundy (2000) was mijn vierde boek over een Victoriaanse vrouw. Het is een emotioneel spookverhaal over haar zoon die ze moet opgeven. Het gaat over de band tussen een moeder en een zoon, maar het gaat vooral over verlies. Hoe laat je mensen los? Mijn zoon was zeven toen ik dit boek schreef, maar achteraf bezien leek het alsof dit boek al over de situatie met zijn verslaving ging. Onzin, natuurlijk, want dan zou ik als schrijver een soort voorspellende gave hebben. Toch bevat dat boek een grote emotionele waarheid over mij als persoon.


    Als je een boek schrijft, sluit je een verbond met de lezer. Je zegt: geef mij je aandacht, lees mij. Je vraagt best veel van een lezer. Daar staat tegenover dat je ook veel moet geven. Dat doe je natuurlijk al door je op te sluiten in een kamer en een boek te schrijven, maar dat is niet genoeg. Je moet vriendschap sluiten met de lezer. Omwille van die vriendschap moet je je kwetsbaar opstellen, ook als je pure fictie schrijft. Je bent het de lezer verplicht terreinen te verkennen die je misschien angst aanjagen.’


    Welke prijs heeft u voor dit boek betaald?


    ‘Ik had al zoveel narigheid over me uitgestort gekregen dat ik dacht: kom maar op. Daar kwam bij dat ik, vlak voordat ik klaar was met het boek, gediagnosticeerd werd met borstkanker. Dat was twee jaar geleden. De avond voor mijn borstamputatie maakte ik het boek af. Ik heb in korte tijd twee heel zware operaties gehad. Inmiddels ben ik kankervrij. Dat droeg eraan bij dat ik totaal onbevreesd was. Het gaf me een ander perspectief. Ik ben blij dat ik nog leef. Daardoor heeft het verhaal me minder gekost dan het anders had gedaan. Kanker zorgt ervoor dat je je beperkt tot wat er echt toe doet in het leven.’ Ze lacht. ‘Ik voelde me een soort strijder. De pers laat me nu koud. Het is heerlijk: ik ben nu aan een volgend boek bezig. Dat wordt het beste boek dat ik tot nu toe heb geschreven. Alles wat een schrijver overkomt, is brandstof voor de verbeelding. Ik schrijf precíés wat ik wil schrijven, zonder me druk te maken over wat mensen denken. Daar moest ik blijkbaar eerst 63 voor worden.’


    Julie Myerson zal op 29 en 30 september optreden op het International Literature Festival Utrecht (ILFU).


    Het bericht Wat mag een schrijver opschrijven? verscheen eerst op Vrij Nederland.



    Mon, 25 Sep 2023 02:00:58 +0000
  • Geen vlees, wel privéjets: de superrijken ondermijnen de moraal om de klimaatcrisis aan te pakken



    Dit verhaal is ook te beluisteren.



    Napoleon stelde dat ook als je tegenstander drie keer zoveel soldaten en wapens heeft, je alsnog wint als je troepen een superieure strijdlust hebben. Kolonel Foertsch, een Duitse militair theoreticus voegde daaraan toe: ‘Het laatste woord over overwinning en nederlaag rust niet op wapens en uitrusting, noch op de manier waarop ze worden gebruikt, zelfs niet op de principes van strategie en tactiek, maar op de moraal van de troepen.’


    In Nederland zagen we de collectieve moraal in actie komen met de Russische invasie van Oekraïne. Er volgde een collectieve inspanning om het gasverbruik drastisch te verminderen om de oorlogskas van Rusland niet meer te spekken. Overal ging de verwarming omlaag, doofden de lichten en werden warmtepompen geïnstalleerd. Het menselijke leed aan de andere kant van het Europese continent gaf een enorme boost aan de moraal in de rest van Europa.


    Het slagen of falen van een collectief doel hangt voor een groot deel af van onze bereidheid aan dat collectieve doel bij te dragen. Neem onze belastingmoraal. De meeste mensen zien het nut van een gemeenschappelijke pot wel in. Ze hebben zelf immers ook genoten van onderwijs, gezondheidszorg en andere sociale voorzieningen die ermee betaald worden. Maar als de rijken niet betalen, is het hele ding kapot. Dit was goed te zien in de nasleep van de gelekte Panama Papers, waaruit bleek dat rijken en multinationals massaal belasting ontwijken. Met een ondermijning van de belastingmoraal als gevolg.


    Op rantsoen

    De groteske uitstoot van een minderheid van de mensheid leidt tot klimaatontwrichting overal op aarde, waarbij de rijken klimaatrampen veel makkelijker kunnen ontvluchten. Steeds extremere stormen, droogtes, hittegolven, overstromingen en hongersnoden zorgen voor gigantisch menselijk leed – vooral bij de meest kwetsbaren die het minste hebben bijgedragen aan klimaatontwrichting. Het aantal klimaatvluchtelingen kan oplopen tot 1,2 miljard mensen in 2050, stelt een studie uit 2020.


    Hoe ver klimaatontwrichting uit de klauwen gaat lopen, hangt grotendeels af van de klimaatmoraal, onze bereidheid om bij te dragen. Hierin schuilt de kern van het probleem van het bestaan van privéjets vol marmer, superjachten vol zwembaden en onderzeeërs, en zware SUV’s die naast duizenden extra verkeersdoden ook voor nodeloze uitstoot zorgen. Want er is naast de immense CO2-uitstoot per persoon, en de disproportioneel grote bijdrage aan klimaatverandering van de rijken als groep, iets misschien nog wel schadelijker aan luxe-consumptie: het erodeert de klimaatmoraal haast even snel als dat het het poolijs laat wegsmelten.


    Koolstofdioxide uitstoten is op zichzelf niet slecht. Elke keer als we uitademen, brengen we CO2 de lucht in. Het wordt pas echt problematisch, om niet te zeggen catastrofaal, als we overmatig veel CO2 de atmosfeer inbrengen.


    De vergelijking met oorlog hierboven klinkt misschien wat grof, maar is niet zo vergezocht. Net als in een oorlog zouden ook nu in korte tijd de productiemiddelen totaal moeten worden getransformeerd. In de Tweede Wereldoorlog werd in de VS in twee jaar tijd de hele economie heringericht om munitie en wapens in plaats van consumptiegoederen te produceren. Energie en voedsel gingen op rantsoen. In plaats van koelkasten werden er wapens geproduceerd, afgedwongen door de overheid. Alles om Hitler te verslaan.


    De nationale moraal was cruciaal voor het laten slagen van deze economische transformatie. Er werd zelfs een comité voor de nationale moraal opgericht. Zoals de voorzitter van dit comité stelde: ‘Morale wins wars, solves crises, is an indispensable condition of a vigorous national life.


    Luxe-emissies en basisemissies

    Dat geldt ook voor de klimaatcrisis. Om de klimaatontwrichting niet compleet te laten ontsporen, moeten we binnen ons koolstofbudget blijven. Dat is de maximum hoeveelheid CO2 die we nog uit kunnen stoten willen we onder de anderhalve graad opwarming blijven, zoals afgesproken in bij het Klimaatakkoord van Parijs. Wetenschappers hebben begin 2023 berekend dat we wereldwijd in totaal nog 380 gigaton CO2 kunnen uitstoten. Op de huidige koers is dat koolstofbudget in 2030 op. (En laten we vooral dit optimistische scenario gebruiken, want er zijn ook wetenschappers die deze schatting met de nieuwe IPCC-methodologie recent hebben geüpdatet en uitkomen op 260 gigaton CO2, waarmee het wereldwijde koolstofbudget in 2028 al op zou zijn.)


    Koolstofdioxide uitstoten is op zichzelf niet slecht. Elke keer als we uitademen, brengen we CO2 de lucht in. Daarnaast komt er onvermijdelijk CO2 vrij als we proberen te overleven. De productie van voedsel, schoon drinkwater, huisvesting, kleding, gezondheidszorg, onderwijs: alles zorgt op een of andere manier voor emissies. Het wordt pas echt problematisch, om niet te zeggen catastrofaal, als we overmatig veel CO2 de atmosfeer inbrengen.


    De Indiase klimaatwetenschappers Anil Agarwal en Sunita Narain problematiseerden daarom in een essay het gelijkstellen van verschillende soorten CO2-uitstoot. Tuurlijk, natuurkundig gezien is de CO2 die vrijkomt bij de productie van voedsel gelijk aan de CO2-uitstoot van een superjacht. Maar moreel gezien? ‘Can we really equate,’ schrijven Agarwal en Narain, ‘the carbon dioxide contributions of gas guzzling automobiles in Europe and North America (…) with the methane emissions of draught cattle and rice fields of subsistence farmers in West Bengal or Thailand? Do these people not have a right to live?’


    Filosoof Henry Shue ontwikkelde op basis van dit concept een onderscheid tussen luxe-emissies en basisemissies. Luxe-emissies zijn het resultaat van nodeloze overconsumptie, zoals privéjets, superjachten of SUV’s. Basisemissies is uitstoot om te overleven en je staande te houden in de wereld. Zoals de Zweedse sociaal-ecoloog en activist Andreas Malm het omschrijft: ‘The former happen because rich people like to wallow in the pleasure of their rank, the latter because poor people try to survive.’


    Betalen om te vervuilen

    Wat te doen? De vervuiler laten betalen, zeggen niet alleen progressieve clubs als GroenLinks en Greenpeace, maar ook steeds meer gevestigde economen. Een manier om dat te doen, is het invoeren van een stevige CO2-belasting. Dan zal er minder worden vervuild, volgens berekeningen van economen. Pay to pollute, betalen om te vervuilen.


    Maar er is iets mis met deze aanpak, legt Harvard-filosoof Michael Sandel uit. In zijn boek What Money Can’t Buy uit 2012 zet hij uiteen wat geld allemaal níet kan kopen, en welke averechtse effecten het heeft als je geld de plaats van moraal in laat nemen.


    Zo is er een verschil tussen een boete en een tarief betalen. ‘Boetes duiden op morele afkeuring, terwijl tarieven gewoon prijzen zijn die geen moreel oordeel impliceren,’ schrijft Sandel. Hij is bang dat als je mensen laat betalen om meer CO2uit te stoten, dat net zoiets zou zijn als mensen laten betalen om zwerfafval de natuur in te mogen mieteren. De Range Rover-rijder mag dan, tegen betaling, lekker zijn plastic flesjes uit het raam smijten.


    We vinden zwerfafval moreel verwerpelijk, en daarom staat er een boete in plaats van een tarief op. Hoe kan het dan dat we betalen voor groteske CO2-uitstoot, wat nog veel meer ecologische verwoesting teweegbrengt dan plasticvervuiling, niet als boete maar simpelweg als tarief beschouwen?


    De vermogens van de rijken stellen hen in staat hun energie-intensieve levensstijl af te kopen zonder hun destructieve gedrag te hoeven veranderen.


    Want dat is het systeem waar nu steeds meer op wordt vertrouwd. Het Europese CO2-handelssysteem, waarin door middel van emissierechten broeikasgasduitstoot kan worden gekocht, is een belangrijk instrument voor de Europese Unie om de uitstoot naar beneden te brengen. Maar voor bedrijven is de handel in CO2 simpelweg een kostenpost bij het zakendoen – klimaatverandering opgenomen en gesteriliseerd in hun Excel-sheets.


    Het afkopen van je CO2-uitstoot is zo eerder een obstakel dan een oplossing voor het probleem. (En dan heb ik het nog niet eens over het feit dat de CO2-compensatie-industrie nu al een schimmig trackrecord heeft gekregen.) Het afkopen vormt een morele bedreiging, meent Sandel. Degenen die deze CO2-aflaten kunnen kopen, zien zichzelf als ontdaan van verantwoordelijkheid voor klimaatverandering.


    Sandel schrijft voorzichtig: ‘A global market in the right to pollute may make it harder to cultivate the habits of restraint and shared sacrifice that a responsible environmental ethic requires.’


    De grote en al decennia hard groeiende vermogens van de rijken stellen hen in staat hun energie-intensieve levensstijl gewoon af te kopen zonder hun destructieve gedrag te hoeven veranderen. De pay to pollute-aanpak maakt het zo waarschijnlijk moeilijker in plaats van makkelijker om tot ontmoediging van deze overconsumptie te komen.


    Ondermijning van het sociale contract

    Wat doet dit met de rest van ons, aardbewoners zonder privéjet? Waarom zouden de niet-rijken nog moeite doen, als de rijken de wereld over kunnen blijven vliegen in privéjets vol marmer en superjachten met overdekte tennisbanen en onderzeeërs aan boord? Waarom je biefstuk en zonvakantie in Turkije opgeven als de meest onnodige overconsumptie van de superrijken niet wordt ingeperkt?


    Cognitieve wetenschappers Nicolas Baumard en Coralie Chevallier stellen op basis van een grote hoeveelheid economische en psychologische studies dat altruïstisch gedrag de logica van voorwaardelijkheid volgt. Mensen laten keer op keer zien dat ze heel goed weten hoe ze altruïstisch kunnen zijn. Ze doen vrijwilligerswerk, eten vegetarisch, stoppen met vliegen, geven bloed, doneren aan goede doelen. Baumard en Chevallier schrijven: ‘Humans cooperate on the condition that others cooperate. Conversely, they stop cooperating when they see that some are not doing their part. To be accepted, public policies and social norms must therefore incorporate this cooperative logic.


    Recent onderzoek van marktonderzoeksbureau Norstat in opdracht van de onafhankelijke voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal bevestigt dit: 75 procent van de Nederlanders maakt zich zorgen om het klimaat en een meerderheid noemt minder vliegen (54 procent) en huizen beter isoleren (67 procent) als belangrijke klimaatmaatregelen die we zouden moeten nemen. ‘Driekwart van de Nederlanders staat open voor meer dwingende maatregelen,’ zegt Ika van de Pas, directeur-bestuurder van Milieu Centraal. Ze willen dus hun levensstijl aanpassen, maar vooral als dat voor iederéén geldt.


    Het bestaan van privéjets, superjachten en SUV’s neemt niet alleen gigantische happen uit het kleine beetje koolstofbudget dat ons resteert, het ondermijnt ook de collectieve moraal om iets aan de klimaatcrisis te doen.


    Het verwoestende effect van privéjets en andere groteske overconsumptie stopt dus niet bij de directe CO2-uitstoot ervan. De hyperconsumptie van de rijken, schrijven Baumard en Chevallier, leidt tot ondermijning van het sociale contract en daarmee het vertrouwen tussen burgers. Met grote gevolgen. De reden dat de meesten mensen zich aan de wet houden, hun afval scheiden en hun impact op het milieu proberen te beperken, heeft niets te maken met angst voor de politie. ‘We obey the law and contribute to the common good because we see it as our duty and trust those around us are doing the same.’


    Alle mensen worden geconfronteerd met fundamentele veranderingen in hun manier van leven door klimaatverandering, behalve de superrijken, die kunnen zich er gewoon onderuit kopen. De milieu-impact van de lifestyle van de superrijken wordt dan ook enorm onderschat. Het bestaan van privéjets, superjachten en SUV’s neemt niet alleen gigantische happen uit het kleine beetje koolstofbudget dat ons resteert, het ondermijnt ook de collectieve moraal om iets aan de klimaatcrisis te doen. Waarom zou jij je thermosstaat lager zetten als de superrijken zelfs met de meest onnodige hyperconsumptie wegkomen, simpelweg voor hun eigen comfort? Niet dat niet-rijken zich niet hoeven aan te passen, maar dat voelt futiel en onrechtvaardig zolang de hemel steeds voller raakt met privéjets en de vloot superjachten zich als een olievlek over de oceanen blijft uitbreiden.


    Hoe ver we klimaatverandering uit de klauwen laten lopen, hangt dus sterk af van de vraag of we als eerste de meest nutteloze overconsumptie kunnen elimineren.


    Het bericht Geen vlees, wel privéjets: de superrijken ondermijnen de moraal om de klimaatcrisis aan te pakken verscheen eerst op Vrij Nederland.



    Sat, 23 Sep 2023 03:00:32 +0000
  • De kans op een rechtse coalitie met de PVV is zo goed als nul

    Het meest hilarische moment tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen kwam toen Geert Wilders schijnbaar achteloos Thierry Baudet aan de tand voelde over de maanlanding. Nadat de FvD-leider uiteen had gezet dat het wel héél opmerkelijk was dat er sindsdien nooit meer een maanlanding had plaatsgevonden, en dat het dus wel heel onwaarschijnlijk was dat de maanlanding überhaupt was gebeurd, sneerde Wilders: ‘Nou volgens mij bent u al vrij ver op weg naar de maan.’ In de Kamerzaal werd geschaterd en geroffeld op de tafeltjes – ook en vooral door de coalitiepartijen en de progressieve oppositie.


    De afgelopen jaren werd er wel vaker flink gelachen in de Kamer om de spitsvondige interrupties van Geert Wilders, maar altijd enigszins besmuikt, want al spoedig volgde er dan een tirade tegen het kabinet, de asielzoekers of de islam, waardoor er in de Kamerzaal altijd een lichte schaamte voelbaar was: hebben we net echt zitten lachen om deze man? Deze keer was dat anders, want zulke tirades liet Wilders vrijwel achterwege.


    De boodschap was duidelijk: hier stond een man die bereid was mee te regeren in een toekomstig kabinet, en die zichzelf als salonfähig probeerde te presenteren. Vandaar dus ook de aanval op Baudet, de man die een paar jaar geleden nog gold als een geduchte concurrent op de rechterflank maar zich sindsdien zozeer heeft verloren in complottheorieën over het World Economic Forum, de wereldheerschappij van hagedissen en zelfs de maanlanding dat hij in de Kamer nauwelijks meer serieus wordt genomen.


    De toon is weliswaar wat milder, maar de PVV wil nog steeds islamitische scholen, moskeeën, de koran, hoofddoeken en de dubbele nationaliteit van politieke ambtsdragers verbieden, dat alles in strijd met de grondrechten.


    Het was Dilan Yesilgöz die van de zomer als kersvers lijsttrekker van de VVD de deur naar samenwerking met de PVV op een kier zette. Sinds het eerste kabinet-Rutte ten val kwam omdat Wilders zijn gedoogsteun opzegde heeft de VVD regeren met de PVV steevast uitgesloten, met als argument dat Wilders eerst zijn strafbare uitspraken over ‘minder minder Marokkanen’ moest terugnemen, en dat de PVV-leider als het erop aankomt zou ‘weglopen’. Daarbij speelde de persoonlijke wrok van Mark Rutte over de val van zijn eerste kabinet ongetwijfeld een rol. Maar van zulke bedenkingen heeft de VVD onder Yesilgoz opeens geen last meer. Na de val van het laatste kabinet-Rutte in juli kondigde Wilders al aan dat hij bereid was met de VVD te regeren, want ‘je moet over ego’s heen stappen’. Waarna Yesilgöz half augustus verklaarde de PVV niet op voorhand uit te sluiten: ‘Ik wil eerst zien waar de heer Wilders mee komt.’ Het uitsluiten van partijen heette opeens ‘Haags gedoe’.


    Harde commentaren

    Politieke duiders waren het er meteen over eens: om strategische redenen wil de VVD de mogelijkheid van regeren ‘over rechts’ open houden, zelfs met de PVV dus, al was het maar om sterker te staan in toekomstige onderhandelingen met progressieve partijen. Tegelijkertijd regende het harde commentaren op de wending van de VVD, zeker toen het verkiezingsprogramma van de PVV vorige week verscheen. De toon is weliswaar wat milder – zo is het zinnetje ‘de islam is geen godsdienst maar een totalitaire ideologie’ geschrapt en is een totale asielstop geen harde eis meer – maar de partij wil nog steeds islamitische scholen, moskeeën, de koran, hoofddoeken en de dubbele nationaliteit van politieke ambtsdragers verbieden, dat alles in strijd met de grondrechten.


    Geen wonder dus dat D66-fractievoorzitter Jan Paternotte tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen VVD-fractievoorzitter Sophie Hermans aan de tand voelde over samenwerking met de PVV. Waarna Hermans zich in bochten wrong om te verklaren dat ze de uitspraken van Wilders nog steeds ‘moreel verwerpelijk’ vond maar dat er ook een moment moet komen om ‘vooruit te kijken’ – en vervolgens slim de aandacht wist af te leiden door ‘over samenwerking met de PVV gesproken’ te verwijzen naar het telefoontje dat Paternotte zelf had gepleegd met Geert Wilders over het steunen van een motie van wantrouwen tegen Mark Rutte, de dag voordat de premier in juli onverwacht de handdoek in de ring gooide.


    Dat de VVD de samenwerking met Wilders niet uitsluit, zelfs nu duidelijk is waar de PVV ‘mee komt’, zoals Yesilgöz het noemde, zou je inderdaad principeloos kunnen noemen. Het punt is alleen: die samenwerking met de PVV in een nieuw kabinet gaat er helemaal niet komen. Nu niet alleen alle progressieve partijen maar ook het CDA onder Henri Bontenbal én coming man Pieter Omtzigt samenwerking met de PVV ondubbelzinnig hebben uitgesloten, Thierry Baudet zich met zijn complottheorieën buitenspel heeft gezet en JA21 onder Joost Eerdmans naar één zetel in de peilingen is weggezakt, is de kans op een rechtse coalitie met de PVV zo goed als nul.


    Mijn educated guess: straks zijn de VVD onder Dilan Yesilgöz en GroenLinks/PvdA onder Frans Timmermans als grootste partijen weer tot elkaar veroordeeld, al dan niet in samenwerking met BBB en Omtzigt, en staat Geert Wilders nog steeds aan de zijlijn. Maar in één ding is Wilders in ieder geval geslaagd, met dank aan de VVD: in de aanloop naar de verkiezingen staat hij weer vol in de aandacht.


    Het bericht De kans op een rechtse coalitie met de PVV is zo goed als nul verscheen eerst op Vrij Nederland.



    Fri, 22 Sep 2023 08:31:01 +0000
  • Zonder de zorg ís er geen economie, volgens ecologisch econoom Tim Jackson

    In het Engels scheelt het slechts één letter: ‘wealth’ en ‘health’. Het zou echter een totaal andere samenleving opleveren als niet materiële welvaart en economische groei, maar gezondheid het doel van de economie zou zijn. ‘Steeds duidelijker blijkt dat het op groei gerichte kapitalisme een doodlopende weg is. Het heeft rijkdom gebracht, maar er ook toe geleid dat het klimaat ontspoort, de natuur wankelt, de ongelijkheid toeneemt en ons welzijn steeds meer onder druk staat,’ zegt de Britse ecologisch econoom en hoogleraar duurzame ontwikkeling Tim Jackson via Zoom. Hij pleit daarom voor een postgroei-samenleving, en volgens hem kan een zorgeconomie daarvoor de blauwdruk bieden. Tijdens de eerste driedaagse Beyond Growth Conference, die het Europees Parlement afgelopen mei organiseerde, hield hij hierover twee bevlogen voordrachten.


    De vraag wat welvaart kan betekenen op een eindige planeet houdt Jackson al decennia bezig en staat centraal binnen het Centre for the Understanding of Sustainable Prosperity (CUSP) waarvan hij sinds 2016 directeur is. Door de groeiobsessie faalt ons politieke en economische systeem in zijn basisopdracht: het garanderen van bestaanszekerheid voor mensen, schrijft hij in zijn laatste boek Post Growth. Life after Capitalism, vorig jaar in België verschenen als Voorbij de groei. Het leven na het kapitalisme.


    De kern van zijn betoog: een goed leven hoeft niet ten koste te gaan van de aarde. Welvarende landen moeten bedenken hoe ze welvaart kunnen creëren terwijl ze minder grondstoffen en energie gebruiken. Jackson: ‘Dat kan, als ze meer inzetten op werk dat in economische zin minder productie oplevert, maar wel bijdraagt aan welzijn, zoals zorg, onderwijs, kunst en ambachtelijk werk.’


    U noemt groeidenken een culturele mythe. Hoe bedoelt u dat?


    ‘Ik gebruik het woord mythe op een vriendelijke manier, in de zin dat elke cultuur en elke samenleving een mythe over haar bestaan kent. Daarvoor geldt dat we niet de neiging hebben die in twijfel te trekken en dat we er trouw aan zijn, omdat we ons er niet van bewust zijn. Voor ons is dat de mythe van groei. We hebben al onze aannames op basis hiervan gevormd en hebben instituties gebouwd die erop gebaseerd zijn. Ik noem het een mythe, omdat die diepgaand verweven is met elk deel van onze levens.


    ‘De overheid wordt het toneel van tegenstrijdige belangen. Ze wil enerzijds de economie en groei beschermen en anderzijds de burgers en hun welzijn.’


    Omdat ik daar al lang over nadenk, ben ik er gevoelig voor en kan ik het voortdurend horen in politieke taal. Het grappige is dat, hoewel er nu veel meer vragen over groei worden gesteld, je het toch zo duidelijk blijft horen. Bijna alle politici hebben het erover dat het verschil tussen hun partij en andere partijen is dat zíj kunnen zorgen voor groei. Zo willen ze laten zien dat ze verantwoordelijke, fatsoenlijke, vooruitziende en succesvolle politici zijn.’


    Om mensen gerust te stellen, zodat die op ze blijven stemmen?


    ‘Ja, en dat werkt ook zo. Want het punt van een mythe is dat die niet alleen leeft in de politiek, in onze instituties en onze cultuur, maar ook in onszelf. Het idee van groei is goed, groei staat gelijk aan banen en meer is beter, is gebaseerd op een naturalistische analogie. We houden de groei van onze kinderen nauwgezet bij en zijn gewend geraakt aan het idee dat groei iets goeds is, omdat we het associëren met bloei. Maar we willen natuurlijk niet dat onze kinderen blijven doorgroeien. Als je een mythe wilt baseren op de natuur, zou die veel meer moeten denken in cycli van groei en verval. Maar wat we doen met onze groeimythe, is simpelweg de tweede helft van die cyclus afsnijden, omdat we daar niet graag naar kijken. Want we houden er niet van dat dingen uiteindelijk vervallen, verslechteren en sterven. Daarom vestigen we onze hoop op slechts de helft van de levenscyclus.


    De kracht hiervan is gigantisch. Ik heb door de jaren veel gesprekken gehad over groei, ook met gewone mensen, en ook zij formuleren nog steeds het standpunt dat groei goed is. Natuurlijk klopt dat voor een deel. Maar als je het hele verhaal over onze samenleving en al onze verwachtingen baseert op een mythe, namelijk het idee dat groei altijd kan doorgaan en dat technologie al onze problemen zal oplossen, botst dat na verloop van tijd met de realiteit. Dan is een mythe niet alleen niet langer functioneel, maar wordt die zelfs schadelijk.’


    Omdat we inmiddels bijna alle planetaire grenzen overschrijden?


    ‘In 2009, toen het Stockholm Resilience Center een onderzoek publiceerde naar de planetaire grenzen, werden we ons er voor het eerst van bewust dat we sommige van die grenzen dreigden te overschrijden. Dat er vervolgens vastgehouden is aan het idee van economische groei, is wat jonge mensen zoals Greta Thunberg inspireerde om het te hebben over sprookjes.’



    U vindt dat duurzame welvaart niet gericht moet zijn op groei, maar systematisch gezondheid centraal zou moeten stellen. Waarom?


    ‘Dat was in een aantal opzichten een eenvoudige les van de pandemie. We merkten toen dat, als puntje bij paaltje komt, we ervoor kiezen levens van mensen en hun gezondheid te verdedigen. Ook realiseerden we ons hoe belangrijk dat deel van de economie is: de gezondheidszorg, onze ziekenhuizen, de beschikbaarheid van gezonde voeding, de mogelijkheid te leven op veilige plaatsen met schone lucht en een goede volksgezondheid. We zagen toen ook dat het zo veelvuldig voorkomen van obesitas, hart- en vaatziekten en diabetes ten gevolge van de enorme overconsumptie betekent dat een bevolking minder veerkrachtig is tijdens een pandemie, zoals de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) ook heeft aangegeven. Nog los van hoe slecht dat is voor individuen.


    De negentiende-eeuwse filosoof John Ruskin zei al: de eerste rijkdom is gezondheid. Er ís geen welvaart zonder gezondheid. Een ruimere opvatting van welvaart als gezondheid gaat niet alleen over fysieke gezondheid, maar ook over mentaal welbevinden. En het gaat niet alleen over individuen, maar over gemeenschappen, en niet alleen over mensen, maar ook over andere soorten, ecosystemen en de planeet. Als je vraagt wat mensen zelf het belangrijkst vinden, staat gezondheid – van henzelf, hun familie, gemeenschap en leefomgeving – ook bovenaan hun lijstje. Gezondheid als metafoor is een heel bruikbaar startpunt om na te denken over welvaart. Het wijst namelijk onmiddellijk in een andere richting dan groei. Want als je welvaart opvat als rijkdom, dan wil je er altijd méér van. Terwijl gezondheid altijd draait om balans. Want er is dan een punt waar wat je hebt toereikend is en waar “meer” niet beter is. Aristoteles had het al over het belang van de balans tussen tekort en overdaad voor eudaimonia, het goede leven.


    Balans is een veel beter uitgangspunt voor een verhaal voor onze cultuur, of mythe, als je het zo wilt noemen, en voor onze aspiraties en doelen. Een gezond organisme streeft niet naar steeds meer. Maar wij hebben welvaart ingebed in een bepaalde vorm van economie, kapitalisme, waarin het streven naar meer de drijvende kracht is waar we alles rond organiseren. Een kenmerk van kapitalisme is dat het niet herkent wat “voldoende” is. En zelfs als het dat punt wel zou herkennen, weet het niet hoe het kan stoppen.’


    ‘Als je erkent dat materialisme en consumentisme de planeet verwoesten en ons niet gelukkig maken, moet je op zoek gaan naar iets beters.’


    Als welvaart wordt opgevat als gezondheid, betekent dit dat zorg het leidende principe van de economie zou moeten zijn. Waarom pleit u voor een zorgeconomie?


    ‘Zorg is een sector die bijdraagt aan de kwaliteit van leven, met een relatief lage materiële, energie- en CO2-voetafdruk, die veel werkgelegenheid biedt en die ook – als de omstandigheden goed zijn ingericht – erg bevredigend werk kan betekenen. Het is economisch gezien dus een goede plek. Het gaat om zorg van mensen voor elkaar en voor de leefomgeving. Het fundamentele punt is echter: het kapitalisme doet niet aan zorg. Dat heeft te maken met een wezenlijk kenmerk van zorg: het vraagt tijd, want het gaat om aandacht. Daarmee staat het haaks op de drang naar meer productiviteit die kapitalisme centraal stelt. Daarom zien we dat de zorgsector al decennia te maken heeft met bezuinigingen en dat dezelfde zorgmedewerkers voor wie we applaudisseerden tijdens de pandemie nog steeds moeten strijden voor fatsoenlijke salarissen.’


    Volgens sommige mensen is economische groei noodzakelijk voor voldoende welvaart, zodat we gezondheidszorg kunnen betalen. Hoe kijkt u daarnaar?


    ‘Dat klopt totaal niet, het is juist andersom: gezondheid vormt de basis van al onze welvaart. Het is een hardnekkige misvatting dat rijkdom op de eerste plaats komt en gezondheid op de tweede en dat we de zorg alleen kunnen betalen als het economisch goed gaat. Zonder gezondheid ís er geen rijkdom. En zonder zorg is er geen economie. Zorg is het onzichtbare hart van onze economie. Feministische economen wijzen hier al lang op. Zorg is geen luxeartikel, maar een fundamentele investering.’


     


    Dochteronderneming van de natuur

    Niet alleen zorg, ook natuur komt er per definitie bekaaid vanaf in het kapitalisme, constateert Jackson. Maar de economie staat niet los van de natuurlijke wereld. ‘Economie is voor de volle honderd procent een dochteronderneming van de natuur,’ schrijft hij in Voorbij de groei. Zoals veel ecologisch economen is hij niet opgeleid als klassiek econoom; hij studeerde wis- en natuurkunde en filosofie. De ramp met de kerncentrale in Tsjernobyl in 1986 was voor hem een wake-up call en daarna ging hij voor Greenpeace werken aan duurzame energie. In 2009 verscheen zijn internationaal invloedrijke boek Prosperity without Growth, dat hij aanvankelijk schreef als advies aan de Britse overheid. Sindsdien worden er volgens hem alsmaar meer vraagtekens gezet bij groei en ziet hij de discussie over degrowth – ontgroeien – steeds turbulenter worden.


    Dat heeft volgens hem verschillende redenen. Zo merken politici de laatste jaren dat groei moeilijker realiseerbaar is. Ook lukt het niet om voldoende technologische investeringen te doen om duurzame doelen te halen en toch te blijven groeien. Tijdens de pandemie – een experiment in non-kapitalisme, aldus Jackson – is veel nagedacht over wat voor een economie we willen. ‘Vlak erna begon de oorlog in Oekraïne. Die confronteerde ons ermee dat het niet goed is om afhankelijk te zijn van dictators of autocratische regimes.’



    Denkt u dat het mogelijk is om een postgroei-economie te realiseren binnen het huidige democratische systeem?


    ‘Nee, want ik denk dat dit systeem ernstige fouten bevat. Die volgen niet uit de principes van democratie, maar uit de manier waarop we democratische participatie vormgeven. Want de structuren en instituties hebben de democratische legitimiteit in sommige opzichten uitgehold. Zo hebben we in het Verenigd Koninkrijk een belachelijk kiesstelsel met districten, dat niet eens representatief is voor de bevolking. Maar zelfs in representatieve democratieën heb je een probleem, in die zin dat garanderen dat bedrijven succesvol kunnen zijn als hoofdtaak van regeringen wordt gezien, omdat dat ons welvaart bezorgt en het mogelijk maakt te betalen voor zaken zoals zorg. Dat betekent dat de overheid het toneel van tegenstrijdige belangen wordt. Want ze wil enerzijds de economie en groei beschermen en anderzijds de burgers en hun welzijn.


    Ik zag dat duidelijk toen ik Economisch Commissaris was. Het Verenigd Koninkrijk was in 2008 wereldwijd het eerste land met een klimaatwet, maar ging ook aan kop met de neoliberale economie, had gedereguleerde financiële instituties en had haar eigen bank op afstand geplaatst van besluitvormingsprocessen. De manier waarop de private sector werd bevoordeeld, hoewel het een Labourregering was, leidde tot een economische ineenstorting. Daarna werden bezuinigingen gezien als het enige politiek realistische antwoord op de financiële crisis. Met het kapitalisme hebben we een problematische relatie gecreëerd tussen de staat en de markten, waardoor staten niet langer goed in staat zijn hun plichten voor het beschermen van gewone burgers na te komen. Dat is gevaarlijk voor de democratie.’


    Omdat het leidt tot populisme?


    ‘Ja, want je pretendeert dat er democratische participatie is en dat mensen via verkiezingen politici kunnen kiezen die opkomen voor hun belangen en het algemeen belang. Als vervolgens blijkt dat vooral de belangen van degenen met geld, bezit en macht en bedrijfsbelangen worden verdedigd, met als argument dat dit groei zal opleveren, ervaren mensen rechteloosheid en desillusie. Dat leidt tot populisme en draagt bij aan een post-truth en postdemocratische wereld waarin democratie een vijgenblad, een illusie, wordt voor macht. Kijkend naar hoe onze democratieën zich ontwikkeld hebben, verwacht ik niet dat het realiseren van een postgroei-economie een gemakkelijk gevecht zal zijn. Ik denk dat onze democratische systemen aanpassingen nodig hebben.’


    Zoals een burgerberaad?


    ‘Dat is een interessant idee en er bestaat al een lange geschiedenis van zulke vormen van democratie. Maar uit de experimenten ermee blijkt ook dat het beperkingen heeft. Toen ik vanuit de Commissie voor Duurzame Ontwikkeling deelnam aan een burgerberaad over duurzame consumptie kwamen gewone mensen met prachtige creatieve oplossingen. Na afloop hadden ze een leuke dag gehad en had de regering aan haar plicht voor een burgerberaad voldaan, maar veranderde er niets. Het moet dus echt meer betekenen dan tot nu toe, anders draagt een burgerberaad alleen maar bij aan het ontbreken van een oplossing. En er zijn meer veranderingen nodig in het democratisch systeem.’


    Ziet u belangrijke internationale ontwikkelingen op het gebied van degrowth?


    ‘Er is steeds meer serieuze belangstelling voor. Tijdens de Beyond Growth Conference van het Europees Parlement bleek duidelijk dat het idee sterk leeft, vooral bij jonge mensen, en dat zij vraagtekens zetten bij het groeiparadigma. Dat is veel breder dan de klimaatbeweging onder jongeren; het leeft in de politiek, in bedrijven en in het maatschappelijk middenveld. Het wordt steeds duidelijker dat het echt anders moet, en veel meer mensen werken daaraan. Tijdens die conferentie is een nieuw netwerk opgezet van nationale politici in Europa die proberen die ideeën in te brengen binnen regeringen. In het Verenigd Koninkrijk is een groep parlementariërs van verschillende partijen, de Al-Party Parliamentary Groups on Limits to Growth, waarvoor mijn CUSP-groep de secretaris levert. We proberen een veilige plek te creëren waar zij onderling in gesprek kunnen. We leven in een andere wereld dan tien jaar geleden en er gebeurt veel. Maar we zijn nog niet waar we zouden moeten zijn.’


    ‘We hebben een economie nodig met als eerste taak: voldoen in de basisbehoeften van iedereen, binnen de grenzen van de planeet. Dan kom je uit bij een economie die wil zorgdragen.’


    Opmerkelijk was dat de Ierse president Michael D. Higgins onlangs een toespraak hield over de noodzaak van degrowth, waarin hij u citeerde over de onmogelijkheid van groene groei.


    ‘Hij wil het in zijn presidentschap hebben over ideeën, dus hij gebruikte die speech, net als zijn andere speeches, als een manier om fundamentele punten waarop het systeem moet veranderen uit te dagen. De tien dagen erna had hij wel zijn handen vol aan brandjes blussen, vanwege de vele boze mensen die hem aanvielen. Los daarvan was het een bijzondere toespraak van een gewaardeerd politiek leider en daarom heel belangrijk.’


    Een aantal landen, zoals Finland, IJsland en Nieuw-Zeeland, werkt aan een welzijnseconomie. Sluit dat aan bij wat u bedoelt met een postgroei-economie?


    ‘Nieuw-Zeeland werkt sinds 2019 met een welzijnsbudget en formuleert doelen die op welzijn zijn gericht, zoals het verbeteren van de geestelijke gezondheid. Het gevaar is wel dat een welzijnseconomie een mainstream alternatief wordt voor het groeiparadigma. Dan wordt een welzijnseconomie alleen een glazuurlaagje op de taart: leuk om te hebben en een luxe waarover je kunt nadenken, als er genoeg groei is. Dat was mijn boodschap afgelopen juni tijdens het Wellbeing Economy Forum in Reykjavik.


    De neiging is groot om een welzijnseconomie gelijk te stellen aan de groeieconomie. Zo concludeerde de Europese Raad in 2019 dat beide in essentie hetzelfde zijn. Terwijl we juist moeten nadenken over de fundamentele verschillen. Want we hebben een ánder soort economie nodig met als eerste taak: voldoen in de basisbehoeften van iedereen, binnen de grenzen van de planeet. Dan kom je uit bij een economie die wil zorgdragen.’


    Uit de reacties op degrowth blijkt dat er veel misverstanden over bestaan, zoals dat het doel ervan economische krimp zou zijn.


    ‘Dat klopt. Terwijl het belangrijk is een onderscheid te maken tussen wat er gebeurt tijdens een recessie en waar we het over hebben bij een postgroei-economie, namelijk het ontwikkelen van een visie op een fundamenteel ander soort samenleving. Tegelijk moeten we beseffen dat ons huidige systeem in bepaalde opzichten afhankelijk is van groei vanwege hoe het nu georganiseerd is. Om dit te ontwarren, zal veel hard werk nodig zijn, en het vraagt om visie en om het soort leiderschap dat Higgins liet zien om naar voren te stappen en een waardegestuurde vorm van vooruitgang te formuleren.’


    U schrijft dat we voldoening moeten vinden in niet-materialistische waarden. Hoe kunnen we dat leren?


    ‘Ik denk dat we dat tot op zekere hoogte al weten. We hebben tijdens de pandemie opnieuw geleerd dat het niet gaat om hoeveel spullen we hebben, maar of onze naasten veilig waren, en we waardeerden de natuur meer. Een van de dingen die kapitalisme heeft gedaan, is een onderwijssysteem creëren dat gericht is op de eigen behoefte aan consumenten en producenten. Maar dat staat haaks op een leefbare planeet. Welvaart definiëren als het voorhanden zijn van consumptiegoederen is armoedig, want het is een miskenning van onze menselijkheid en onderlinge afhankelijkheid. De psychologie weet dat wat ons werkelijk vervulling biedt het hebben van betekenisvolle interacties in het dagelijks leven is en het ervaren van verbinding met mensen en plaatsen.


    ‘Het kapitalisme heeft allerlei psychologische verslavingen en afhankelijkheden gecreëerd, ook van instituties en structuren en van de manier waarop markten verondersteld worden te werken.’


    In mijn boek noem ik flow als voorbeeld. Het is een toestand die kan optreden als je helemaal opgaat in een taak of gesprek, of in het bouwen of ontwerpen van iets. Dat hangt sterk samen met een gevoel van welzijn. Psycholoog Mihály Csíkszentmihályi heeft erop gewezen dat dit een van de meest vervullende mentale toestanden is. Het draait om een langer proces waarbij je gebruikmaakt van je vaardigheden en uitdagingen overwint bij het halen van doelen die vragen om tijd en aandacht. Dat dreigt naar de achtergrond te verdwijnen door het consumentisme met alle onmiddellijke bevrediging die daarbij hoort.’


    Ondertussen wordt dat aangewakkerd door influencers op sociale media als TikTok...


    ‘Dat is enorm beangstigend. We hebben een generatie jongeren die verslaafd is aan statusgedreven doelen en zij worden in wezen klaargestoomd voor bedrijfsmodellen die hun werkelijke belangen helemaal niet op het oog hebben. Het kapitalisme heeft allerlei psychologische verslavingen en afhankelijkheden gecreëerd, ook van instituties en structuren en van de manier waarop markten verondersteld worden te werken. Als je erkent dat materialisme en consumentisme de planeet verwoesten en ons niet gelukkig maken, moet je op zoek gaan naar iets beters en dat formuleren. Het betekent levenslang leren en zingeving en betekenis proberen te vinden op manieren die niet schadelijk zijn en meer rechtdoen aan wie we als mens in wezen zijn.’



    Tim Jackson (1957)

    Tim Jackson is hoogleraar duurzame ontwikkeling aan de universiteit van Surrey in het Verenigd Koninkrijk en directeur van het Centre for the Understanding of Sustainable Prosperity (CUSP). Hij is lid van de Club van Rome en van de Earth4All Transformational Economics Commission. Van 2004 tot 2011 was hij Economisch Commissaris voor de Britse Commissie voor Duurzame Ontwikkeling.


    Jackson schreef Prosperity without Growth (2009/2017, verscheen in zeventien talen) en Post Growth. Life after Capitalism (2021), respectievelijk vertaald als Economie voor een eindige planeet (2010) en Voorbij de groei. Het leven na het kapitalisme (2022). Hij schrijft ook toneelstukken, en hoorspelen voor de BBC.



    Het bericht Zonder de zorg ís er geen economie, volgens ecologisch econoom Tim Jackson verscheen eerst op Vrij Nederland.



    Thu, 21 Sep 2023 03:00:13 +0000
  • Wat er moet gebeuren wil een nieuw kabinet de begroting weer op orde krijgen

    De macro-economische situatie bepaalt in hoge mate hoe krap of hoe ruim het begrotingsbeleid zou moeten zijn. Jarenlang stond de rente op de ondergrens van de centrale bank, nabij nul. De inflatie was niet omhoog te branden. En de economie groeide maar matig. Economen spraken van langdurige stagnatie. Bij chronisch tekortschietende vraag en lage inflatie was het verstandig om een ruim begrotingsbeleid te voeren. Bovendien was geld lenen voor de overheid gratis.


    Maar toen kwamen corona en de oorlog in Oekraïne. De economie werd geraakt door zowel negatieve aanbod- als positieve vraagschokken. Het aanbod in de economie nam tijdens corona af door de ontregeling van de productieketens vanwege de lockdowns, de verstoringen in de internationale handel (denk aan Brexit en de spanningen tussen de VS en China) en de sterk gestegen prijzen van grondstoffen, transport, energie en voedsel na de Russische invasie van Oekraïne.


    Tegelijkertijd werd de vraag aangejaagd door de compensatiepakketten voor de covid- en energiecrisis, een ruim begrotingsbeleid en een (aanvankelijk) ruim monetair beleid. Toen de coronabeperkingen werden opgeheven, vlogen de opgepotte besparingen als een klodder ketchup door de economie. Het gevolg was enorme inflatie en een terugval van de economische groei.


    Macro-economisch debat

    Tegen deze achtergrond woedde een groot macro-economisch debat, met als hoofdrolspelers Larry Summers en Paul Krugman. Hamvraag: waren deze schokken tijdelijk of permanent? Het antwoord was, zo blijkt nu: beide. Veel van de covid- en Oekraïneschokken zijn inmiddels weggeëbd. Zo zijn de productieketens hersteld en de energieprijzen weer genormaliseerd. Tegelijkertijd zijn er permanente gevolgen in de vorm van sterke prijs- en loonstijgingen die nu de belangrijkste oorzaak zijn van de hardnekkig hoge inflatie van bijna 4 procent dit en volgend jaar.


    De consensus onder economen is dat we nog steeds aanzienlijke overbesteding hebben. Dat zien we niet alleen terug in de hoge inflatie, maar ook op de arbeidsmarkt. Daar is personeel nog altijd moeilijk te krijgen. De CPB-schatting van de output gap geeft ook aan dat we veel meer proberen te kopen dan dat we kunnen produceren.


    De overheid moet zuinig blijven zolang inflatie nog niet terug is op het doel van de ECB.


    Het begrotingstekort verslechtert volgens de laatste CPB-ramingen in hoog tempo, tot zo’n 4 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 2028. De overheid blijft de economie dus stimuleren, en het begrotingsbeleid is daarom veel te ruim. Alle scholen in het economisch denken, van neoklassieken tot keynesianen, geven nu hetzelfde advies: de begroting moet worden verkrapt om de vraag en daarmee de inflatie niet verder aan te jagen. De overheid moet zuinig blijven zolang inflatie nog niet terug is op het doel van de Europese Centrale Bank (ECB).


    De komende kabinetsperiode moeten de overheidsuitgaven daarom omlaag of de belastingen omhoog. Maar met hoeveel? Dat is een lastige vraag. De economie koelt in hoog tempo af. Centrale banken hebben wereldwijd ongekende renteverhogingen doorgevoerd om de inflatie te beteugelen. Mede daardoor zit Nederland op dit moment in een technische recessie.


    Tegelijkertijd laten de ramingen van het CPB zien dat de groei zich in de loop van 2023 herstelt, zodat we over heel 2023 nog 0,7 procent en volgend jaar met 1,4 procent groeien. Maar nog steeds is onduidelijk of de ECB deze zachte landing van de economie weet te maken ­– misschien moet die de rentes nog meer verhogen om de inflatie de kop in te drukken, en dat kan de economie alsnog in een recessie duwen.


    Negatieve aanbodschokken

    Complicerende factor is dat nieuw kabinetsbeleid pas over een jaar of twee doorwerkt in de economie. Het tekort te snel en te hard reduceren, kan averechts uitpakken. Maar te weinig doen kan de inflatie en krapte verder aanwakkeren en de overheidsfinanciën op lange termijn uit het lood doen slaan.


    Op lange termijn moet de overheid voorkomen dat de overheidsfinanciën onhoudbaar worden en de staatsschuld explosief toeneemt. Of dat gebeurt, wordt bepaald door drie dingen: de rente op de staatsschuld, de groeivoet van de economie en het structurele overheidstekort. Hoe hoger de rente, hoe lager de groei, en hoe groter het tekort, hoe sneller de begroting ontspoort.


    Economen weten niet precies wat er op middellange termijn met de rente gaat gebeuren. Voormalig chef-econoom van het IMF, Olivier Blanchard, denkt dat de rente weer omlaag gaat als centrale banken de inflatie hebben bedwongen. Die rente is langdurig laag geweest door structurele trends die niet ineens door corona en Oekraïne omkeren. Door de vergrijzing en groeiende inkomensongelijkheid wordt er meer gespaard. Daarnaast lijkt de technologische ontwikkeling te vertragen en is minder spaargeld nodig om nieuwe investeringen te financieren. Bedrijven investeren meer in goedkope IT dan in duur vastgoed en dure machines. Daarnaast vragen banken, pensioenfondsen en verzekeraars structureel meer veilige staatsobligaties.


    Maar recente ontwikkelingen duiden wel op een stijging van de overheidsrentes, zoals de huidige chef-econoom van het IMF, Gita Gopinath betoogt. Door alle crises zijn de overheidstekorten en -schulden structureel hoger. Daarnaast neemt de investeringsvraag toe door de klimaattransitie. Bovendien zijn er ook structurele, negatieve aanbodschokken, zoals minder wereldhandel en de afvlakking van het arbeidsaanbod. Een terugkeer naar langdurige stagnatie is volgens haar niet uitgesloten, maar minder waarschijnlijk. De rente voor de overheid zal daarom wel wat dalen maar niet meer zo laag worden als die voor corona was.


    Een forse tekortreductie

    Welk tekort kan de overheid zich dan structureel veroorloven zodat de staatsschuld op lange termijn houdbaar is? Op de financiële markten bedraagt de 10-jaarsrente op staatsleningen 3 procent nominaal en 1 procent reëel (voor inflatie gecorrigeerd). De structurele groeivoet van de economie is ongeveer 1 procent per jaar. De overheid zou bij deze rente en groei dan in 2028 een begrotingstekort moeten hebben van ergens tussen de 1 en 2 procent van het bbp om de staatsschuld op lange termijn tussen 60 en 90 procent van het bbp te stabiliseren. Daarbij wordt rekening gehouden met de CPB-schatting voor overbesteding van zo’n 1,5 procent van het bbp gemiddeld gedurende 2024-28.


    De volgende regering moet daarom een forse tekortreductie doorvoeren van 2 tot 3 procent van het bbp. Dat is een ombuiging van circa 20 tot 30 miljard euro op de begroting. Dat vereist na jaren van laks begrotingsbeleid het aanhalen van de teugels.


    Nederland heeft bovendien nog altijd grote maatschappelijke opdrachten bij klimaat en stikstof. De belabberde productiviteitsgroei vraagt bovendien om grotere overheidsinvesteringen in onderwijs, onderzoek en infrastructuur.


    Het zou daarom verstandig zijn om in de begroting een structurele investeringsruimte te maken van ongeveer 1 procent bbp, circa 10 miljard per jaar. Maar alleen voor beleidsmaatregelen die aantoonbaar rendabel zijn, bijvoorbeeld met een kosten-batenanalyse van het CPB. Dat betekent dat het begrotingstekort kan oplopen tot 2 à 3 procent van het bbp aan het einde van de volgende kabinetsperiode als de investeringsruimte volledig zou worden benut. De staatsschuld komt dan op lange termijn uit op ongeveer 90 tot 120 procent van het bbp.


    De investeringsruimte zou ook in de plaats moeten komen van alle investeringsfondsen voor klimaat en stikstof en het groeifonds. Deze fondsen hebben de begroting ontwricht, veroorzaken bestuurlijke onrust en leiden tot bestedingsdrift waardoor publiek geld wordt verspild.


    Een deel van de begrotingsopgave kan ook worden gedekt door verspilling te voorkomen. Zo kan worden besloten om ondoordachte plannen voor gratis kinderopvang niet door te laten gaan. De overheid zou daarnaast een maximumprijs moeten instellen per ton bespaarde CO2 en stikstof: kost een maatregel te veel geld, dan wordt die niet ingevoerd. Ook zou de overheid bij klimaat- en stikstofbeleid veel meer moeten beprijzen en normeren in plaats van subsidies uit te delen. Daarnaast kan de overheid geld vrijspelen door de groei van de zorguitgaven af te remmen en belastingen op vermogensinkomsten te hervormen.


    Er is met geld gesmeten om politieke tegenstellingen af te kopen.


    Tot slot zou de rust in het begrotingsbeleid moeten terugkeren. De afgelopen jaren waren de meest chaotische van de afgelopen decennia. Daar waren goede redenen voor: door corona en de invasie van Oekraïne waren snelle en omvangrijke overheidsinterventies nodig. Maar ontegenzeggelijk zijn de begrotingsprocessen de afgelopen jaren ook sterk ondermijnd door groeiende politieke fragmentatie en polarisatie; er is met geld gesmeten om politieke tegenstellingen af te kopen.


    Zonder grote externe turbulentie moet het aantal besluitvormingsmomenten weer tot één moment per jaar worden teruggebracht. De begrotingsregels moeten worden herzien op een manier die recht doet aan de politieke realiteit én niet leidt tot ontwrichting van de overheidsfinanciën op lange termijn. Het zou daarom goed zijn als een nieuwe regering aansluit bij EU-plannen voor de herziening van de begrotingsregels. Een nieuwe regering zou bovendien heldere spelregels moeten formuleren over wat te doen met de miljarden die op de plank blijven liggen door aanhoudende krapte en personeelsgebrek. Het CPB schat die ‘onderuitputting’ voor 2024 op maar liefst 15 miljard euro.


    De moeilijke opdracht voor een nieuwe regering is daarom de begrotingsorde en -rust te herstellen, verstandig macro-economisch beleid te voeren, de overheidsfinanciën op lange termijn houdbaar te houden en ruimte te maken voor noodzakelijke publieke investeringen. We zullen de komende maanden gaan zien welke partijen deze opdracht serieus nemen.


    Het bericht Wat er moet gebeuren wil een nieuw kabinet de begroting weer op orde krijgen verscheen eerst op Vrij Nederland.



    Wed, 20 Sep 2023 02:51:40 +0000

  • Google Nieuws over Vrij Nederland:

  • "Vrij Nederland" - Google News
    Google News

  • Local Time

    Films op TV

    Categorieen 2 (26)
    Alternatief (446)
    Dagbladen (566)
    Economie (300)
    Energie_en_Klimaat (207)
    Entertainment (119)
    Europa (131)
    Evenementen (182)
    Horoscoop (12)
    ICT (164)
    Internet (437)
    LF2018 (127)
    Maatschappij (20)
    Muziek (10)
    Overheid (104)
    Politiek (71)
    Sport (139)
    Tech (40)
    Trends (40)
    TV (224)
    Valletta2018 (127)
    Weersberichten (23)
    Wetenschap (507)
    World (491)
    Zakelijk (80)
    Zorg (515)

    Regio (23)
    Google Ads

    Meest bekeken vrijdag
    5104 meest bekeken:
    Elevate B2B Marketing News Weekly Roundup: Experiences Drive Brand Success, New Dall-E 3, & X’s Paid Future (26332)
    Content Marketing World 2023: Make Sure You Catch These 10 Sessions #CMWorld (25997)
    Top 50 B2B Content Marketing Influencers and Experts To Follow #CMWorld 2023 (25997)
    Elevate B2B Marketing News Weekly Roundup: Google’s New Enterprise AI & The Rising Importance of B2B Upskilling (25990)
    Elevate B2B Marketing News Weekly Roundup: Bigger B2B Budgets, Marketing AI Usage Study & Instagram’s Longer Reels (25980)
    B2B Marketing Expert Interview Series: Feeling B2B with Ahava Leibtag #MPB2B (25980)
    B2B Marketing Expert Interview Series: Feeling B2B with Ann Handley #MPB2B (25980)
    Feeling B2B Infographic: What Do 12 Top #MPB2B Speakers Love About B2B Marketing? (25980)
    B2B Marketing Expert Interview Series: Feeling B2B with Wil Reynolds #MPB2B (25980)
    Elevate B2B Marketing News Weekly Roundup: Influencer Marketing’s Growing Importance & Adobe’s New AI (25980)
    TopRank Marketing Prepares for Next Level of Growth with New CEO, Donna Robinson (25980)
    Elevate B2B Marketing Podcast: Customer Engagement in B2B Marketing with Kris Rudeegraap (25979)
    Elevate B2B Marketing News Weekly Roundup: Social Engagement Metrics Gain Ground & LinkedIn’s Expanding AI Functionality (25978)
    Grow Your Base: B2B Market Entry Strategies (25978)
    Top 25 B2B Marketing Influencers and Experts To Follow #MPB2B 2023 (25978)
    Infographic: 30+ Top Generative AI Tools For B2B Marketers (25978)
    Feeling B2B Video Interviews: 5 Top B2B Marketing Insights From #MPB2B Speakers (25958)
    Elevate B2B Marketing News Weekly Roundup: Influencer Spending To Rise In 2024 & LinkedIn’s New Accessibility Features (25958)
    12 Can’t Miss Sessions at MarketingProfs B2B Forum #MPB2B (25958)
    Why Innovation Reigns Supreme in 2023 B2B Marketing (25951)
    Google Ads

    [ WH-Home ] [ News Home ] [ maandag ] [ dinsdag ] [ woensdag ] [ donderdag ] [ vrijdag ] [ zaterdag ] [ zondag ] Zoeken

    Watersportholland News Headlines 2024
    You surf, we serve.
    We much appreciate comments and bug reports.
    vrijdag 19 april 2024 16:16:28